Vandaag vertrekt Jacques Velu, procureur-generaal bij het Hof van Cassatie met pensioen. De hoogste parketmagistraat van het land was een eminent jurist, maar ook het symbool van een bijzonder gesloten en verouderd juridisch apparaat.
De aanklacht van NAVO-secretaris-generaal Willy Claes in de Agusta-affaire, het Uniop-proces tegen ex-minister Coëme, huiszoekingen bij toppolitici, journalisten en een collega procureur-generaal, sterke uitspraken over pers en gerecht en een paar striemende openingsredes – Jacques Velu heeft in de drie jaar dat hij procureur-generaal bij het Hof van Cassatie was, van zich doen spreken.
Zijn faam als eminent jurist en grondwetspecialist dateerde al van veel vroeger. Van 1965 tot 1991 was hij professor aan de Brusselse ULB- universiteit. De syllabussen van zijn cursus worden door collega’s professoren nog steeds als waardevolle naslagwerken bestempeld. Ook de talloze werken die hij publiceerde, onder meer over de rechten van de mens, genieten aanzien. Maar hoe hoog men zijn intellectuele capaciteiten inschat, een onbesproken figuur is de hoogste parketmagistraat niet geweest.
Velen zien hem als het symbool bij uitstek van een verouderde en arrogante magistratuur, die recht spreekt in een ivoren toren en op basis van het principe van de scheiding der machten iedere inmenging van buitenaf weigert. ‘Velu leeft nog in de boeken en de maatschappijstructuren van de negentiende eeuw’, zegt een parlementslid. ‘De stellingen die hij inneemt zijn niet meer van deze tijd’, stelt een collega.
Externe controle
Die ‘oubollige’ mentaliteit spreidde Velu onlangs nog tentoon tijdens zijn laatste openingsrede voor het Hof van Cassatie. De magistraat liet er duidelijk blijken dat voor hem de controle op het gerecht een zaak van het gerecht zelf moest blijven.
Naar aanleiding van de zaak-Dutroux en de nieuwe onthullingen in het onderzoek naar de moord op André Cools heeft minister van Justitie Stefaan de Clerck het plan opgevat om een toezicht van buiten uit op het gerecht te organiseren. In politieke kringen en bij de publieke opinie was de roep om zo’n externe controle de voorbije weken steeds luider gaan klinken. Maar volgens Velu kan alleen ‘een intern toezicht door het gerecht zelf de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht volledig vrijwaren’.
Ook op andere vlakken is Velu altijd resoluut opgetreden tegen alles wat hij als een bedreiging voor de onafhankelijkheid van het gerecht interpreteerde. Zo was hij vierkant tegen het initiatief van De Clerck om twee professoren te belasten met het ‘onderzoek naar het onderzoek’ van de Bende van Nijvel. En tijdens het debat over de hervorming van de wetgeving op het parlementair onderzoek, verzette hij er zich, tevergeefs, tegen dat een parlementair onderzoek voortaan gelijktijdig zou kunnen lopen met een gerechtelijk onderzoek.
Ook in zijn opvattingen over de interne structuren van het juridisch apparaat toonde hij zich weinig soepel. Hij hield mordicus vast aan de hiërarchische opbouw van de parketten, met aan het hoofd de procureur-generaal van Cassatie en zijn vijf collega’s bij de Hoven van Beroep. Zij alleen kunnen als vertegenwoordigers van de magistratuur optreden en bijvoorbeeld met de minister onderhandelen over de hervormingen die zich opdringen. Van een (veel democratischer samengestelde) Federale Raad van de Magistratuur die de Clerck wilde oprichten, kan volgens Velu geen sprake zijn.
Onkreukbaarheid is een woord dat velen in de mond nemen wanneer ze over Velu praten. Zoals alle procureurs-generaal had ook Velu een politieke kleur: hij werd met PS-steun benoemd. Zijn ‘progressieve’ benoeming belette hem echter geenszins om in de Agusta-affaire tot op het bot te gaan en om tijdens het Uniop-proces zwaar uit te halen naar voormalig PS-vice-premier Guy Coëme.
‘Misschien was hij wel de enige die bereid was om zonder enige politieke overtuiging waarheid aan het licht te brengen’, zegt een christen-democraat. Maar in socialistische kringen ligt onder meer de beslissing van Velu om in volle verkiezingsperiode een huiszoeking te laten uitvoeren bij SP-voorzitter Tobback nog zwaar op de maag. Wilde Velu met deze actie soms zijn absolute onafhankelijkheid tegenover de politiek in de verf zetten?
Met de media had Velu ten slotte een zeer slechte verstandhouding. Dat bleek nog tijdens het grote colloquium over pers en gerecht dat de Senaat eind vorig jaar hield. Velu kreeg er zware kritiek op zijn voorstellen voor het aan banden leggen van de media. De procureur-generaal pleitte er onder meer voor nog veel spaarzamer te zijn met informatie aan de pers tijdens de loop van een gerechtelijk onderzoek, terwijl het bronnengeheim van de journalist maar in beperkte mate mocht gelden.
De nieuwe procureur-generaal bij Cassatie wordt Eliane Liekendael, van natuur en tot nu advocaat-generaal bij hetzelfde Hof.
Bron » De Tijd