De bekendmaking dat C.B. in zijn laatste levensdagen aan zijn broer opbiechtte dat hij betrokken was bij de bende, heeft een lawine aan nieuwsberichten teweeggebracht. Maar wat heeft de man werkelijk gezegd en wat is de betekenis daarvan? Journalist Dirk Leestmans zoekt het uit.
C.B. heeft in de weken voor zijn dood een gesprek gehad met zijn broer. Dat gesprek gebeurde dus niet op zijn sterfbed, de man overleed overigens in alle eenzaamheid, wel in de periode voorafgaand aan zijn dood.
Het is ook geweten dat C.B. een ernstig alcoholprobleem had, al zou hij op het moment van zijn bekentenis wel nuchter geweest zijn.
Element 1 – een bekentenis
C.B. zou gezegd hebben dat hij iets te maken had met de bende en dat ook de groep Diane er iets mee te maken had. Dat zijn even onthullende als vage uitspraken.
Voor het eerst heeft een oud-rijkswachter in een gesprek met een familielid iets gezegd over zijn betrokkenheid bij de bende. Maar meer dan dat is er ook niet gezegd.
C.B., die nooit bepaald de reputatie had een grote prater te zijn, heeft geen enkele indicatie gegeven op welke manier hij dan wel betrokken was, bij welke feiten, op welk moment, in opdracht van wie, geïnspireerd door wie of wat… niets van dat alles.
C.B. heeft ook nooit van zichzelf gezegd dat hij de reus was. Die interpretatie is achteraf door anderen gemaakt.
Element 2 – mank lopen
Het klopt dat C.B. bij de rijkswacht kwam in 1972 en volgens onze informatie toetrad tot de groep Diane in 1977. Daar zou hij bij gebleven zijn tot 1979.
C.B. werd bij de groep Diane aan de deur gezet door een schietincident. Dat ontslag frustreerde hem sterk, temeer omdat hij het gevoelen had dat hij bij dat schietincident ‘erin was geluisd’. Hij voelde zich gekrenkt in zijn beroepseer en het feit dat zijn vader ook een beroepsmilitair was gespecialiseerd in het herstellen van wapens, maakte dat dat extra gevoelig lag.
Anderzijds bleef C.B. nadien erg trots op zijn ex-lidmaatschap van de groep Diane. Ondanks het schietincident kreeg hij later, als eerbetoon, wel een horloge van het Speciaal Interventie-Eskadron en dat is hij al die jaren trots blijven dragen. De man pakte later ten aanzien van collega’s ook graag uit met zijn ex-lidmaatschap van de elitetroepen.
Het klopt ook dat C.B. bij een oefening op 26 september 1985 zijn voet verzwikte. Om die medische reden kreeg hij ongeveer twee maanden verlof. Die verlofperiode valt samen met de aanslagen in Eigenbrakel en kan dus verklaren waarom, dixit getuigen, een van de daders mankte.
Anderzijds is er dus ongeveer een periode van 6 jaar tussen het Diane-lidmaatschap van C.B. en de feiten van de bende waarmee hij op basis van zijn mank lopen in verband wordt gebracht. In de hypothese dat de groep Diane betrokken is bij de aanslagen, wijst de rol van C.B. erop dat het zou gaan om ex-leden.
In deze hypothese wordt dan vooral gekeken naar andere ex-Dianeleden, met name Martial Lekeu en Christian Amory, die de voorbije jaren al werden genoemd in het dossier. Zo verklaarde Lekeu ooit zelf dat er rijkswachters betrokken waren bij de Bende van Nijvel.
Element 3 – de robotfoto
De broer van C.B. ontmoette na diens dood Marc Van Damme, een gemeenschappelijke vriend. Marc Van Damme hoort het verhaal aan en voelt zich bevestigd in de verklaring die hij in 1989 deed.
In dat jaar meende hij C.B. te herkennen op een van de robotfoto’s op de opsporingsaffiches die toen massaal verspreid werden. Marc Van Damme deed daarvan toen aangifte maar hoorde van zijn tip nadien niets meer.
Precies omdat hij geen vertrouwen had in de politiediensten (men had geen gevolg gegeven aan zijn tip) contacteerde Marc Van Damme nu David Van De Steen. Het is David Van De Steen die op zijn beurt de politiediensten dan inlichtte. De robotfoto vertoont inderdaad opvallende gelijkenissen, zeker ook als je ze naast de inmiddels bekende carnavalsfoto legt. O.a. het montuur van de bril valt op.
Anderzijds was dat montuur in die jaren erg in de mode en bovendien konden rijkswachters toen gebruikmaken van de diensten van het militaire hospitaal, inclusief een gratis bril. Dat verklaart waarom tal van rijkswachters in die periode met hetzelfde montuur rondliepen.
Dat de robotfoto opvallende gelijkenissen vertoont is zeker zo, maar in het omvangrijke bendedossier zijn er nog mensen wier foto naast diezelfde robotfoto nr. 19 wordt gelegd en ook daar zijn er opvallende gelijkenissen.
Conclusie
De bekentenis van C.B. heeft ontegensprekelijk waarde in het lang aanslepende bendeonderzoek. Dat het onderzoek daardoor een nieuwe dynamiek krijgt, is op zich al een goede zaak.
Al valt het nog af te wachten waar die dynamiek ons zal brengen.
Bron » VRT Nieuws | Dirk Leestmans