Onderzoek

De bende onder aanhoudingsmandaat

13 Oktober 1986

Begin oktober doet Patrick Haemers bij de derde brigade van de politie van Brussel aangifte van de diefstal van zijn Mercedes. Enkele dagen later annuleert Haemers deze klacht alweer. De politie van Brussel krijgt een fax van de politie van Oslo die ene Jean-Claude S. geïnterpelleerd heeft toen hij met de Mercedes de overzetboot opreed. De derde brigade van de Brusselse stadspolitie verwittigt de collega’s van de gerechtelijke brigade van de politie die al enige tijd vermoedens hebben rond Haemers. Haemers wordt geschaduwd. Als zijn verblijfplaats en die van zijn vrienden vaststaan, slaat het gerecht op de 13 oktober toe.

De gerechtelijke brigade van de stadspolitie van Brussel, de BOB Halle en de politie van Sint-Lambrechts-Woluwe voeren huiszoekingen uit in de villa van Patrick Haemers aan de Rue Boissonnets 9 in Chaumont-Gistoux, in het Brusselse appartement van Philippe Lacroix en in de winkel van de vriendin van Lacroix aan de George Henrilaan in Sint-Lambrechts-Woluwe. In de villa van Haemers vindt de politie 3.290.000 frank in briefjes van 1.000 en 5.000 en een massa aan deviezen waaronder vrij zeldzame valuta die in enkele van de overvallen Securitas-wagens vervoerd werd. Het geld zat verstopt in een handtas, in een fototas en in de voet van een lavabo. De politie vindt ook de sleutels van de Securitas-wagen die in Drogenbos leeggeroofd werd en de goudstukken die in Wezembeek-Oppem gestolen werden. Haemers had de goudstukken aan zijn vrouw geschonken.

In de flat van Lacroix wordt niets gevonden. In de winkel van zijn vriendin neemt de politie daarentegen een karabijn .22, een long rifle Winchenster, een revolver Smith & Wesson kaliber .38 en munitie in beslag. De politie vindt ook documenten over de aankoop door Lacroix van een garage in Schaarbeek. Patrick Haemers en zijn echtgenote Denise Tyack, Philippe Lacroix en de broer van de Amerikaan Jean-Claude S. worden opgepakt. Tyack en de Amerikaan worden kort daarna weer vrijgelaten. Het gerecht voert een onderzoek uit naar de financiële handel en wandel van Haemers. Het blijkt dat hij ‘ingeschreven’ staat als zelfstandig medewerker van de NV Sobex. De boekhouder van die firma schreef Haemers echter valse facturen uit voor diensten die Haemers nooit bewezen had. Haemers gaf zelf eerst een pak geld aan de boekhouder die daarmee zijn ‘zelfstandig medewerker’ betaalde. Op die manier werden miljoenen gestolen geld witgewassen. In oktober 1986 wordt Haemers hiervoor bij verstek veroordeeld.

14 Oktober 1986

Onderzoeksrechter Jean-Pierre Collin van Brussel plaatst Haemers en Lacroix onder aanhoudingsmandaat. De twee worden vijf dagen in volledige afzondering gehouden waarna de raadkamer van Brussel de aanhouding bevestigt. Het mandaat vermeldt diefstal met geweld en diefstal met bedreiging, gewapende overvallen en moord om diefstal te vergemakkelijken.

20 Maart 1987

Philippe Lacroix wordt ‘wegens gebrek aan bewijzen’ vrijgelaten door de Brusselse Kamer van Inbeschuldigingstelling.

25 Juni 1987

De Procureur des Konings van Verviers kondigt aan dat onderzoeksrechter Vieillevoye het dossier over de overval in Ensival aan de Brusselse onderzoeksrechter Collin zal doorgeven. Ballistisch onderzoek toont het verband aan tussen de overval in Ensival en de andere hold-ups waarvan Patrick Haemers beticht wordt. Vier dagen later, op 29 juni, maakt het parket van Brussel bekend dat onderzoeksrechter Collin Patrick Haemers beticht van negen overvallen: de drie overvallen in de buurt van Casteau-Neufville, Wilsele op 1 maart ’85, Ensival, Drogenbos op 17 maart ’86, Evere, Leerbeek en Wezembeek-Oppem.