De frustraties van een speurdersploeg

Sinds de Delta-cel van Dendermonde in 1990 haar onderzoek naar de overval van de Bende van Nijvel te Aalst moest afstaan aan de onderzoekscel van Jumet, lijkt veel van het Delta-werk voorgoed onder het stof te liggen. De Delta-cel ontdekte dat de Brusselse gangster Philippe de Staerke mogelijk een sleutelrol speelde in de overval. Jumet maakt zich blijkbaar niet erg druk meer om dit spoor.

Dat kon men afleiden uit de getuigenissen die de drie ex-Delta-speurders Erik Sack (destijds rijkswachtkapitein), Fons van Rie (eerste aanwezend commissaris bij de gerechtelijke politie) en Dany Collewaert (BOB) maandagavond en dinsdagochtend voor de parlementaire Bende-commissie aflegden. Ze staken niet weg dat ze nog steeds gefrustreerd zijn om het feit dat hun werk niet werd verder gezet.

Ze legden aan de commissie uit waarom ze tot het besluit waren gekomen dat Philippe de Staerke minstens had meegewerkt aan de voorbereiding van het Aalsterse bloedbad en – erger nog – misschien zelfs had deelgenomen aan de operatie. Tijdens het onderzoek legden ze ook de biotoop van De Staerke bloot. Ze kwamen uit op een omvangrijke onderwereld met daarin figuren als Patrick Haemers en een hele reeks leden van extreem-rechts. Die biotoop wilden ze verder uitspitten. Ook wilden ze achterhalen waarom ze door Reyniers, Marnette en Zimmer van de Brusselse gerechtelijke politie zware tegenwerkingen ondervonden. ‘Onder meer de relatie van commissaris Frans Reyniers met Sonja Camps (nvdr. die een netwerk van callgirls leidde) intrigeerde ons’, aldus Sack.

Het uitspitten mocht niet. De Delta-cel moest haar dossiers afstaan aan Jumet. Jarenlang verbeten de Delta-speurders hun frustraties. Vorig jaar was er weer even hoop. Toen werd een zogenaamde steundienst opgericht met daarin enkele Delta-speurders die hun collega’s van Jumet zouden komen bijstaan. Onder meer Dany Collewaert werd uitgenodigd. Hij zag dat de steundienst structureel weinig om het lijf had en dat Jumet het spoor-De Staerke niet als een prioriteit beschouwde. Collewaert koos dus maar voor een tussenoplossing. Hij zou naar Jumet gaan telkens hij advies of hulp zou kunnen bieden, maar een permanente inschakeling zag hij niet zitten. Sindsdien heeft Collewaert hooguit twee keer per maand zijn opwachting gemaakt in Jumet.

Daarmee ontdekte de Bende-commissie dat van een echte steundienst eigenlijk nooit sprake is geweest. Terwijl de buitenwereld de indruk had dat Jumet de dossierstukken van Dendermonde echt ernstig was gaan nemen, was daar niets van aan. ‘Window dressing’, zo liet commissievoorzitter Tony van Parys zich ontvallen.

Van Parys is samen met enkele commissarissen sinds vorige week naar een hoger toerental overgegaan. Of de vele pertinente vragen de maskers van de Bende zullen doen vallen, blijft zeer onwaarschijnlijk. Toch is de commissie aardig op weg een aantal mythes te doorprikken en het dossier uit te zuiveren.

Een van de bekommernissen van de commissie is te achterhalen of de overheveling van het Delta-dossier naar Jumet al dan niet is gemanipuleerd. Aangenomen wordt dat het kabinet van de toenmalige minister van justitie Wathelet een hand had in de verhuizing en dat ook op het niveau van de parketten-generaal van Gent en Bergen verdachte pirouettes nodig zijn geweest om de Delta-cel uit het zadel te lichten.

Erik Sack zegde daarvan geen indicaties te hebben. Ook gepensioneerd procureur des Konings De Saegher van Dendermonde wuifde de hypothese van een manipulatie weg.

Maandag insinueerde gewezen onderzoeksrechter Freddy Troch dat De Saegher grote moeite had met het feit dat Troch en wijlen substituut Acke zo uitdrukkelijk in de kijker liepen. Anders gesteld: De Saegher kwam liever zelf op televisie. ‘Dat heeft me pijn gedaan’, zo reageerde de gewezen magistraat, ‘we hadden in Dendermonde een persmagistraat, maar Troch deed liever zelf de uitleg. Als er iemand was die graag naar de pers stapte, was hij het wel. Het enige wat voor hem telde was zo snel mogelijk carrière maken’.

Bron » De Tijd | René De Witte