Het zijn andere speurders dan die uit Neufchâteau die vele jaren later plots weer achter advocaat Philippe Deleuze aanzitten. Op 11 september 2001 knallen in New York twee Boeings tegen de WTC-torens. Kort nadien volgt een reeks huiszoekingen en arrestaties in het Arabische milieu in Brussel. Een deel van het onderzoek spitst zich toe op een zwendel in valse paspoorten, komende uit de gemeente Sint-Gillis.
Een van de mikpunten is het bescheiden bureautje voor juridische bijstand waar Philippe Deleuze mee is begonnen. Hij wordt er nu van verdacht enkele moslimterroristen aan valse verblijfsdocumenten te hebben geholpen en wordt opgesloten in de gevangenis van Sint-Gillis.
De vroegere topadvocaat is inmiddels zwaar ziek. De diabetes zit in een vergevorderd stadium en volgens zijn familie ontvangt hij nauwelijks de vereiste medische zorgen. Op 15 november 2001 overlijdt Philippe Deleuze aan de gevolgen van zijn ziekte. Bij wijze van statement delen enkele familieleden na afloop van de begrafenis de laatste exemplaren van zijn biografie uit.
Het is nog steeds niet duidelijk wat Philippe Deleuze deed besluiten om zijn eigen autobiografie uit de rekken te halen. Het is de speurders blijkbaar ontgaan dat Deleuze dood is. In de aanloop van het proces-Dutroux prijkt zijn naam op 19 december 2003 op de voorlopige lijst van 250 getuigen die openbaar aanklagers Michel Bourlet en Jean-Baptiste Andries willen oproepen.
Bron » De Morgen