De uitspraken van Koen Dassen, de chef van de staatsveiligheid die zondag zware kritiek formuleerde op de parlementaire controle op zijn dienst (DM 3/2), zorgen voor opschudding in de politieke wereld. Volgens CD&V-justitiespecialist Tony Van Parys past de uitval van Dassen in een nieuwe flikkenoorlog tussen de staatsveiligheid en de federale politie, die beide de rol opeisen van centraal en internationaal aanspreekpunt in de strijd tegen het terrorisme.
De administrateur-generaal van de staatsveiligheid vindt dat zijn dienst verlamd wordt door de overdreven controles van het Comité I, het orgaan dat namens het parlement toezicht uitoefent op de inlichtingendiensten. De talrijke controleonderzoeken maken zijn manschappen “gefrustreerd en onzeker” en zijn een bedreiging voor de operationaliteit van de staatsveiligheid, meent Dassen. “Ongehoord, zorgwekkend en gevaarlijk”, zo reageert Van Parys op die uitspraken. “Dassen bewijst hiermee onwaardig te zijn voor deze functie.”
Met zijn aanval op de parlementaire controle en het betwisten van de bevoegdheden van het Comité I neemt Dassen een enorm risico, stelt Van Parys. “Tenzij het gaat om een doelbewuste strategie en de uitspraken van de administrateur-generaal politiek gedekt zijn door premier Verhofstadt en minister van Buitenlandse Zaken Michel.”
Volgens de CD&V’er is het een publiek geheim dat beide toppolitici het Comité I, als onafhankelijk controle-instrument van het parlement, als een storende factor ervaren. “Het Comité I zit de laatste jaren op kruissnelheid en presteert goed werk”, zegt Van Parys. “Merk op dat de militaire inlichtingendienst ADIV geen enkele kritiek heeft op het Comité I. Nochtans wordt die dienst op dezelfde manier gecontroleerd en zijn er inzake die controle eveneens een aantal incidenten geweest.”
Volgens Van Parys moeten de omstreden uitspraken van Dassen niet enkel gesitueerd worden in een conflict tussen regering en parlement, maar tevens in het kader van een machtsstrijd tussen de chef van de staatsveiligheid en Glenn Audenaert, directeur van de Gerechtelijke Diensten van het Arrondissement (GDA) Brussel.
“De regering heeft haar plannen om het zwaartepunt van de terrorismebestrijding over te hevelen van de staatsveiligheid naar een nieuw op te richten dienst bij Binnenlandse Zaken nog niet opgegeven”, zegt Van Parys. “Die nieuwe Federale Dienst ter bestrijding van het Terrorisme (FDTT), een opvolger van de huidige Antiterroristische Gemengde Groep (AGG), moet coördinerend optreden en een centraal aanspreekpunt zijn voor binnen- en buitenlandse inlichtingen- en politiediensten die zich op de bestrijding van terrorisme toeleggen.”
De plannen voor de FDTT werden trouwens mee voorbereid door Dassen, toen die nog kabinetschef was van minister van Binnenlandse Zaken Antoine Duquesne (MR). Feit is dat directeur Audenaert in december vorig jaar een nota heeft geschreven waarin hij ervoor pleit de GDA Brussel voortaan te beschouwen als “referentie-eenheid” voor terrorismebestrijding. In de visie van Audenaert moet die operatie gepaard gaan met de oprichting van de FDTT, waardoor de staatsveiligheid een groot deel van haar corebusiness zou verliezen en op termijn mogelijk zelfs overbodig zou worden.
Maar volgens Hugo Coveliers, VLD-fractievoorzitter in de Kamer en justitiespecialist van de Vlaamse liberalen, ziet Van Parys spoken. “Dassen heeft niet meer gedaan dan uiting gegeven aan wat er leeft bij de leden van de staatsveiligheid”, stelt Coveliers.
“Meer moet je daar niet achter zoeken. Iedereen is het erover eens dat er een vorm van democratische controle moet zijn op de inlichtingendiensten, maar het Comité I toont zich een beetje overijverig. Dassen wil gewoon een oplossing vinden voor dat probleem.” Van een mogelijke herschikking van de bevoegdheden tussen de inlichtingendiensten en de federale politie is volgens Coveliers geen sprake, hooguit van “een betere samenwerking”.
Bron » De Morgen