Assisenvoorzitter Stéphane Goux heeft, op vraag van advocaat Georges-Henri Beauthier (Delhez), Marc Dutroux en Michelle Martin enkele minuten ondervraagd over het huis in Marcinelle. In de zomer van 1995 verbleven én Julie en Mélissa, én An en Eefje, én Weinstein én Martin met de drie kinderen in het huis. Beauthier acht dat totaal onmogelijk gezien het huis zo klein is.
Dutroux en Martin wijzigden hun versies niet. Dutroux herhaalde dat hij Julie en Mélissa op een dag in juli 1995 bij hem thuis vond toen Nihoul, Lelièvre en Martin daar waren. Volgens hem ontvoerde hij de vier andere meisjes op verzoek van Nihoul.
Er ontstond een welles-nietes-discussie met Martin. Neen, zei die, Dutroux had haar verteld dat hijzelf samen met Weinstein in juli 1995 Julie en Mélissa ontvoerde. Martin probeerde andermaal haar rol in de hele zaak te minimaliseren en benadrukte heel sterk de druk die Dutroux op haar uitoefende en het geweld dat hij daarbij gebruikte.
Onderzoek naar het Brazil hotel
De Dutroux-speurders gaven vanochtend toe dat het onderzoek naar het Brazil hotel in Blankenberge niet duidelijk gevoerd is. Hotel Brazil bevindt zich vlakbij het casino van Blankenberge, de plek waar An en Eefje vlak voor hun verdwijning een hypnoseshow bijwoonden. De buurman van het hotel beweert An en Eefje die avond voor het hotel gezien te hebben.
De familie Marchal vraagt al lang naar een onderzoek naar de rol van dat hotel in de ontvoering van An en Eefje. De familie Marchal acht het niet onmogelijk dat An en Eefje de avond voor hun verdwijning in hotel Brazil geweest zijn. Het openbaar ministerie sluit zelfs niet uit dat de uitbater van het hotel er Dutroux van op de hoogte bracht dat de meisjes hun tram gemist hadden.
Papiertje met naam Marcel M.
Peter Demeulemeester deed het volledige onderzoek naar hotel Brazil uit de doeken. Dat startte bij een huiszoeking in de woning van Dutroux in Marcinelle. Toen werd een papiertje gevonden met de voornaam en het telefoonnummer van Marcel M., de uitbater van het hotel.
In het hotel gebeurde ook een huiszoeking. Op dat moment wisten de speurders echter nog niet dat de uitbater er een bordeel van wilde maken en dat tegen hem zelfs een onderzoek voor mensenhandel liep. “Hadden mijn collega’s dat geweten, dan zouden ze de huiszoeking helemaal anders hebben uitgevoerd”, zei De Meulemeester.
Spoor niet prioritair
Onderzoeksrechter Langlois en hoofdspeurder Demoulin vonden het onderzoeksspoor van het hotel Brazil “niet prioritair”. Daardoor sleepte het grafologisch onderzoek van het papiertje maanden aan. Intussen was het hotel al lang gesloten en de uitbater naar Brazilië vertrokken.
“Het zou zeker interessant zijn geweest om Marcel M. en zijn vrouw te ondervragen”, zei De Meulemeester, Hij had het ook over een andere getuige die verklaarde dat Marcel M. en Marc Dutroux twee handen op één buik waren. Ook die kon niet meer verhoord worden.
Meester Beauthier wees erop dat de verdediging van Dutroux De Meulemeester had opgeroepen als getuige, maar dat Dutroux zélf weet hoe de zaak in elkaar zit. Dutroux antwoordde hierop dat hij helemaal niets wist over het hotel Brazil.
28 getuigen
Vandaag buigt het assisenhof in Aarlen zich ook opnieuw over de bendevorming waarvoor de vier beschuldigden terechtstaan. Achtentwintig getuigen doen een boekje open over verschillende onderdelen van het onderzoek. Ook de relaties tussen Dutroux en Claude Thirault, Lelièvre en Thirault en Lelièvre en Diakostavrianos staan op het programma.
Op de lijst van 28 staat onder meer een buurman van Dutroux’ huis in Marcinelle. Hij beweert dat hij in de zomervakantie van 1995 zag hoe Dutroux aarde uit het huis wegsleepte. Twee andere getuigen voerden renovatiewerken uit in de huizen van Dutroux. Een eerste hielp bij het uitgraven van de kelder van het huis in Marchienne Docheries. De tweede legde samen met Dutroux een nieuwe tegelvloer in het huis in Marcinelle.
Ook een student die Marc Dutroux leerde kennen via Claude Thirault zit op de getuigenbank. Hij gaf Dutroux computerprogramma’s waarmee hij beurskoersen wou volgen en digitale wegenkaarten.
Verder worden een aantal getuigen verwacht die in Grâce-Hollogne waren op de dag dat Julie en Mélissa zijn ontvoerd. Zij werden door de verdediging van Marc Dutroux opgeroepen. Het gaat onder meer om een man die op die bewuste dag, 24 juni 1995, in die gemeente een verdacht persoon meent te hebben gezien. Een andere man vond ’s anderendaags kinderkleren in de omgeving.
Bron » De Standaard