Op het proces Cools bis heeft de jury maandagochtend een deel van de videobeelden te zien gekregen van de confrontatie tussen de twee Tunesiërs en Domenico Castellino. Tijdens die confrontatie identificeerden de twee moordenaars Domenico Castellino als ‘Mimo’. Ze wezen er ook op dat Castellino een verwonding had onderaan de rug.
Domenico Castellino heeft inderdaad op die plaats een litteken van een twintigtal centimeter. Tijdens de confrontatie op de videobeelden spreken de protagonisten elkaar tegen. De twee moordenaars vertellen hoe ze Castellino ontmoetten in Italië, hoe Mimo aan hen werd voorgesteld als een drughandelaar en dat ze vervolgens samen iets aten.
Een geïrriteerde Castellino zegt op de beelden dat die scène nooit heeft plaatsgevonden. De Tunesiërs zetten hun beweringen kracht bij met de uitleg dat ze vlakbij Zwitserland passeerden en dat ze daar een andere man ontmoetten die hen uitlegde hoe ze het best de grens konden oversteken zonder de douane te ontmoeten. De Tunesiërs beweren dat hen gevraagd werd een rivier over te steken, maar dat ze dat niet durfden en dat de man hen vervolgens kwam halen met de wagen.
Toen aan Castellino de naam van die persoon werd gevraagd, ontkende hij nogmaals de feiten. De twee Tunesiërs voegden daar nog aan toe dat Castellino een wapen droeg en Todaro ging vermoorden. Todaro werd effectief niet veel later om het leven gebracht. De rechter ondervroeg de twee over de rol van Castellino in de moord. Volgens de Tunesiërs had Castellino de sleutels van het appartement waarin ze tijdens hun verblijf waren opgesloten en was hij daarnaast chauffeur.
Wat betreft de moord legden de twee uit dat ze al een dag eerder probeerden toe te slaan. Castellino gaf hen de wapens en zei hen ook dat de aanslag met een dag was uitgesteld. Pino Di Mauro had de wapens geleverd. Omdat de eerste poging niet doorging, werden de wapens bewaard in het café waar alle protagonisten regelmatig met zijn allen samenkwamen. Volgens de Tunesiërs stond Di Mauro boven Domenico Castellino.
Die laatste legde uit dat hij door de andere protagonisten was bedreigd om de daden te plegen die hij pleegde. Volgens hem wilde Di Mauro dat hij zelf André Cools om het leven bracht, maar weigerde hij. De Tunesiërs beschuldigen Castellino er dan weer van dat hij hen niet op de hoogte bracht van wat er zich zou afspelen. Mimo legde uit dat hij op de dag van de feiten de twee Tunesiërs afzette niet ver van het appartement van Cools en dat hij hen opwachtte in een iets hoger gelegen straat, vlakbij het station van Guillemins.
Toen de twee na de daad terug in het voertuig stapten, stopte Mimo iets verder om de wapens in het kanaal te gooien. Terug in Italië zei Mimo tegen hen dat ze, als ze werden opgepakt, zich moesten voordoen als lifters. Hij verscheurde vervolgens hun valse identiteitsdocumenten.
De twee Tunesiërs zeggen dat ze niet weten of, buiten de beschuldigden, ook andere mensen betrokken waren bij de moord op André Cools. Ze verklaarden ook dat ze zich verraden voelen door alle beschuldigden en dat ze nooit naar België zouden zijn gekomen als ze hadden geweten wat ze moesten doen. Maandagnamiddag hoort het hof de psychiatrische artsen die de beschuldigde hebben onderzocht.
Bron » Het Laatste Nieuws