Front National: een geschiedenis van afscheuringen en veroordelingen

Afscheuringen, veroordelingen, geschorste partijdotaties, … Meer dan een zootje ongeregeld is het FN nooit geweest. Het Front National werd in 1985 opgericht, als klein broertje van het Franse Front National van Jean-Marie Le Pen. Sindsdien heeft de extreemrechtse en Belgicistische partij ongeveer 30 dissidenties en afscheuringen meegemaakt. Vorig jaar werd de uitbetaling van hun partijfinanciering zelfs geschorst omdat onduidelijk was welk deel van de partij nu het echte FN was. Toch kende de spookpartij zonder organisatie, echt programma of parlementaire activiteit ook enkele electorale successen.

In 1994 telde het FN tachtig gemeenteraadsleden, enkele kamerleden plus een lucratieve zetel in het Europese Parlement voor stichter-voorzitter Daniel Féret. Het was de tijd van de alliantie met Marguérite Bastien, een Brusselse magistrate die nog op het kabinet van minister van Justitie Jean Gol gewerkt had. Heel even leek het FN meer te kunnen worden dan een zootje ongeregeld, maar binnen de kortste keren kwam het tot een botsing tussen Bastien en Féret. Bastien werd uit de partij gezet en richtte haar eigen Front Nouveau de Belgique op.

Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2000 hield de partij amper een half dozijn raadsleden over. In 2003 en 2004 zat het FN echter opnieuw in de lift. Hoewel het amper campagne voerde en werd doodgezwegen in de media, haalde de partij in 2004 7,9 procent van de Franstalige stemmen. Met vier gekozenen in het Waals Parlement en vier in de Brusselse Raad deed ze het zelfs beter dan Ecolo.

Sinds de federale verkiezingen van 2003 kreeg het zootje ongeregeld een overheidsdotatie van meer dan 400.000 euro per jaar. Die wordt al maanden niet meer uitbetaald omdat het FN vorig jaar geen financieel verslag heeft ingediend. Partijen met gekozenen in Kamer en Senaat zijn verplicht elk jaar een verslag in te dienen over hun jaarrekening. Doen ze dat niet, dan kan de parlementaire controlecommissie de dotatie inhouden.

De partij heeft een rijke geschiedenis van mandatarissen die veroordeeld zijn. Féret liep in 1987 een veroordeling op van een jaar cel met uitstel. Hij had als arts een vals doktersbriefje afgeleverd, dat vervolgens diende als alibi voor een overvaller. Georges-Pierre Tonnelier, zijn gewezen parlementair medewerker werd dit jaar veroordeeld tot een effectieve gevangenisstraf van achttien maanden voor laster en discriminatie.

Eind 2005 werd tegen Féret een onderzoek geopend wegens verduistering en een jaar later werd hij veroordeeld wegens de verspreiding van racistische pamfletten en verkiezingsprogramma’s. Omdat hij zijn burgerrechten voor 10 jaar verloor, moest hij zijn zetel in het Brussels Parlement opgeven.

Het belette Féret niet een klacht in te dienen tegen senator Michel Delacroix. Die laatste kreeg het verwijt zijn echtgenote en zijn maîtresse fictieve jobs te hebben gegeven op kosten van het federale parlement. Pikant detail: Delacroix is de stiefvader van Férets partner Audrey Rorive. Die schoonheidsspecialiste en Brussels parlementslid was op haar beurt in verdenking gesteld in een onderzoek naar het beheer en de financiering van de partij.

Na een lange strijd trok de groep rond Delacroix uiteindelijk aan het langste eind, ook al omdat Féret in juni van dit jaar nog tot een jaar effectieve gevangenisstraf werd veroordeeld wegens valsheid in geschrifte. De blinde senator probeerde de partij nieuw leven in te blazen. De partij ronselde opnieuw actief leden, verspreidde pamfletten en hield op 4 oktober een grote bijeenkomst in Sint-Jans-Molenbeek.

Bron » De Standaard