Een procureur die met de kredietkaart van een rijke zakenman duizenden euro uitgeeft in een Amsterdams luxebordeel. De gerechtelijke politie die op vraag van diezelfde zakenman een gevangene uit zijn cel haalt en hem onder dwang een contract doet ondertekenen. In Brussel is het eind jaren 1990 allemaal gebeurd en het werd nooit bestraft. De procureur in kwestie maakte carrière en werkt nu voor de VN in Wenen. Een explosief verhaal.
De pers zakte vrijdag massaal af naar de Brusselse raadkamer om te horen of topondernemer Luc Vansteenkiste nog langer in de cel moest blijven. Een uurtje later was iedereen weg. Toen verscheen voor diezelfde raadkamer in alle stilte de Vilvoordse ex-carrossier Paul D.S (51) op verdenking van afpersing.
De openbare aanklager vroeg de raadkamer om D.S naar de rechtbank te verwijzen en eiste dat hij veroordeeld zou worden tot het terugbetalen van 61.973,38 euro aan zijn slachtoffer. De logica zelf, zo lijkt het, want wie misdaan heeft, moet boeten. Zo gaat dat in een rechtsstaat. Chantage is een verwerpelijke praktijk.
Het slachtoffer van de chantage van Paul D.S. is niet om het even wie. Zijn naam is Koen Blijweert, een rijke zakenman en lobbyist en de zelfverklaarde grote vriend van een hele rist politici, magistraten, politiemensen en zakenlui. De gehaaide Blijweert staat nochtans niet meteen bekend als iemand die zich makkelijk laat chanteren. En al zeker niet door een nobody als D.S., een ex-kickbokser, ex-carrossier en ex-discotheekbaas.
Toch betaalde Blijweert in 2000 een riant bedrag aan zwijggeld aan D.S: 2,5 miljoen oude Belgische frank (bijna 62.000 euro).
Koen Blijweert – met zijn broer Peter als tussenpersoon – betaalde het bedrag cash in een enveloppe in het Brusselse Hiltonhotel aan Paul D.S. in ruil voor een ogenschijnlijk banale foto. Die was in 1998 genomen op een personeelsfeestje van de vastgoedbedrijf Cavens en co in zaal Rembrandt in Vilvoorde.
Op die foto staat Blijweert op de rug gezien tussen een paar lachende mensen. Verder is er niets speciaals te zien. Er zijn geen roze balletten, geen naakte mensen, geen orgieën.
Alleen staat op de foto, nonchalant tegen een paal geleund, breed glimlachend en naast Blijweert, ook een zekere Dirk Merckx. Hij is de toenmalige eerste substituut bij het parket van Brussel, verantwoordelijk voor financiële zaken. Merckx was onder andere de titularis van het monsterdossier Beaulieu, het fraudedossier tegen de familie De Clerck. U weet wel: dat dossier dat na bijna twintig jaar nog altijd niet voor de rechter is gekomen.
Conclusie van het verhaal: Koen Blijweert betaalde in de herfst van 2000 maar liefst 2.500.000 frank aan Paul D.S. voor een foto waar eigenlijk niets compromitterends op stond.
Bizar, vonden de speurders. Waarom mocht niemand weten dat Blijweert en Merckx samen op een onschuldig feestje waren geweest? Ze gingen op zoek naar een verklaring. Eerst bij Blijweert zelf. ‘Paul overviel me met die foto en ik heb me toen laten doen omdat ik in een zwakke positie stond. Ik wou niet dat men de genoemde magistraten in opspraak zou brengen op het moment dat ik zelf in de gevangenis zat’, verklaarde Blijweert in zijn verhoor van 19 maart 2005 bij de Brusselse federale politie.
In september 2000 zat Blijweert in voorarrest op verdenking van betrokkenheid bij een gigantische btw-carrousel, de zaak Action Trading. Die zaak is trouwens ook nog altijd niet voor de rechtbank gekomen.
Maar volstond dat ‘moment van zwakte’, zoals hij het zelf noemt, om iemand 2,5 miljoen frank te geven voor een foto die niets bewijst? De speurders hadden zware twijfels. Aldo M., het voormalige manusje-van-alles van Blijweert, lichtte op 25 mei 2007 voor de speurders een tipje van de sluier op: ‘Het is normaal dat Blijweert die foto’s niet graag naar buiten zag komen. Merckx regelde op het parket vele zaken voor Blijweert. Zo herinner ik me dat Blijweert soms blufte dat Merckx hem tipte over belastingcontroles.’
Paul D.S. wist dan ook bijzonder goed wat hij deed. Hij wist dat Blijweert er bijzonder verveeld mee zou zijn als zijn relatie met Dirk Merckx in de openbaarheid zou komen. Want dan zou de politie misschien te diep in zijn zaken gaan neuzen.
De relatie tussen Blijweert en Merckx was op zijn zachtst gezegd problematisch. Zo was de chauffeur van Blijweert, Jean ‘Johnny’ M., in 1996 en 1997 verschillende keren op vraag van zijn baas met substituut-procureur Merckx naar het luxebordeel Yab Yum in Amsterdam getrokken.
Dat had Johnny M. zelf aan zijn oude makker Paul D.S. verteld. ‘We bleven de hele nacht. Ik betaalde de rekening met de kredietkaarten van Koen’, zei Johnny. Toen Blijweert in september 2000 in voorarrest zat, zag Paul zijn kans schoon. Hij vond dat zijn moment was gekomen om wraak te nemen. Paul koesterde sinds 1996 een diepgewortelde wrok tegen zijn oude vriend Blijweert. Die had hem geruïneerd en zijn leven kapotgemaakt, vond Paul D.S., bij de overname van een discotheek in Keerbergen. D.S. erfde een berg schulden en was in een mum van tijd failliet.
Het ging van kwaad naar erger. Paul D.S. betaalde geen alimentatie meer voor vrouw en kind en vluchtte naar Spanje. Tot hij in november 1996 met hangende pootjes terugkeerde. Hij werd opgesloten in de gevangenis van Vorst wegens familieverlating.
‘Blijweert heeft me een dag later door de politie uit de cel laten halen en me doen overbrengen naar een politiebureau. Hijzelf was daar en Aldo M. ook. Op het politiekantoor moest ik een contract tekenen voor de overname van zijn aandelen in de discotheek. Ze zeiden dat mijn problemen daarmee van de baan zouden zijn en dat ik snel vrij zou komen. Ik heb dat gedaan’, verklaarde Paul D.S. aan de politie.
Bij de federale politie konden ze in 2004 hun oren niet geloven toen Paul D.S. hen dat vertelde. Dat een politiedienst privémilitie had gespeeld voor Koen Blijweert: dat kon toch niemand met een greintje hersens in het hoofd geloven.
Maar het bleek wél te kloppen. Politiemensen van de toenmalige Brusselse gerechtelijke politie haalden Paul D.S. op 19 november 1996 op uit zijn cel in de gevangenis van Vorst. Dat bleek uit onderzoek in de archieven van de gevangenis. ‘Johnny’ M. en Aldo M., Blijweerts chauffeur en manusje-van-alles, bevestigen in hun verhoren wel het transport van D.S. uit de gevangenis, en ook dat dat op vraag van Blijweert gebeurde.
De speurders achterhaalden ook dat Paul D.S. niet loog toen hij zei dat Dirk Merckx in die periode verschillende keren met Johnny M. naar een luxebordeel aan de Singel in Amsterdam was getrokken. De Yab Yum was ’s werelds meest exclusieve en plezierigste herenclub, zo luidde het op de website. En ook een van de duurste.
‘Het onderzoek heeft uitgewezen dat de chauffeur van Blijweert de heer substituut Merckx in de periode 1996-1997 naar Amsterdam heeft gereden. Het is ook aangetoond dat er betalingen gebeurden in de selecte club Yab Yum met kredietkaarten van de nv’s Ondes en Vici (bedrijven van Blijweert, nvdr.) op het ogenblik dat de heer Merckx er met de chauffeur van Blijweert een uitstap deed’, klinkt het sec in een synthese-pv van de Brusselse federale politie op 20 september 2006.
In zijn eerste verhoren vertelde de trouwe chauffeur Johnny M. hoe hij Merckx ‘op vraag van Koen’ rond een uur of vijf in de namiddag thuis ging ophalen en met hem naar de Yab Yum in Amsterdam reed in een van de wagens van Blijweert. ‘Dat gebeurde een keer of vijf, zes, misschien zeven’.
Maar wie betaalde de gepeperde rekening? M. betaalde naar eigen zeggen de rekening in de Yab Yum voor hen beiden. Tegen de ochtend reden ze dan samen terug naar huis.
Later kwam Johnny M. gedeeltelijk op zijn verklaringen terug en zei hij dat Merckx ‘op één keer na’ de kosten achteraf terugbetaalde.
Blijweert drukte het nog anders uit in zijn verhoor van 19 maart 2005. ‘Misschien is er in de Yab Yum ooit wel eens met een kredietkaart van Ondes of Vici betaald, maar dat gebeurde nooit opzettelijk. Ik ben een man met een goed hart en als Johnny M. mij belde om te zeggen dat iemand niet kon betalen, dan sluit ik niet uit dat ik hem zei dat hij mijn kaart mocht gebruiken om die persoon te helpen.’
Deontologisch is Merckx’ gedrag bedenkelijk. Dat is het minste wat je kan zeggen. Maar wellicht zullen we nooit te weten komen of hij een tegenprestatie heeft moeten leveren voor Koen Blijweert en of er met andere woorden sprake was van corruptie. Want een gerechtelijk onderzoek naar zijn eventuele corruptie is er vreemd genoeg nooit geweest.
Er leek nochtans reden genoeg om Merckx op de rooster te leggen, want ook in de zomer van 1998 was er al eens iets bizars gebeurd. De Brusselse onderzoeksrechter Jean-Claude Van Espen ontdekte toen per toeval dat Merckx stiekem van de zomervakantie had geprofiteerd om te proberen een witwasdossier te laten opvragen waarbij een bevriende advocaat werd vervolgd. De naam van de advocaat voor wie Merckx zoveel moeite deed, was Marc Senelle.
Senelle werd op 18 mei 2002 trouwens zwaar veroordeeld in dat bewuste dossier, een zaak ten nadele van de CBHK-bank. De rechter noemde Senelle in zijn vonnis een ‘roofdier zonder scrupules’. Toeval of niet: Marc Senelle was jarenlang de advocaat van Koen Blijweert en hij is een persoonlijke vriend van hem. Senelle is ook een van de beklaagden in de zaak-Action Trading, waar Koen Blijweert de hoofdbeklaagde is.
Reden genoeg om een gerechtelijk onderzoek te openen naar wat Merckx deed met het dossier-Senelle, lijkt het. Maar er werd bij het parket-generaal enkel een tuchtonderzoek geopend. De link naar Koen Blijweert kon nooit hard worden gemaakt. Merckx kreeg uiteindeljk een lichte tuchtsanctie voor zijn ingreep in het dossier-Senelle. Later werd hij zonder problemen benoemd tot chef van de Brusselse financiële sectie. Daar had hij jarenlang het overzicht over de belangrijkste financiële dossiers die er in dit land zijn geweest. Tot grote frustratie van een hele resem Brusselse onderzoeksrechters die hem nooit meer vertrouwd hebben.
Merckx zit ondertussen al drie jaar in Wenen bij het UNODC (United Nations Office on Drugs and Crime). Gedetacheerd door justitie. Hij werkt er als expert in terrorismepreventie voor de Verenigde Naties.
Bron » Het Nieuwsblad