In 2009 werd er een totaal bedrag van 18.427.827,69 euro aan telefoontaps besteed. Het merendeel van het geld ging naar het lokaliseren van telefoons, een kleiner bedrag was bestemd voor het afluisteren. Dat bericht de krant De Morgen.
Op vraag van Open Vld-Kamerlid Luk Van Biesen maakte minister van Justitie Stefaan De Clerck bekend dat er vorig jaar 18.427.827,69 euro naar telefoontaps ging. Dat bedrag is verdeeld over twee kostenposten: de plaats bepalen van een telefoon was goed voor 11.651.477,20 euro euro, terwijl het afluisteren van telefoons 6.779.350,49 euro kostte.
In vergelijking met 2008 is er sprake van een daling: toen werden de kosten voor telefoontaps nog op (afgerond) 21 miljoen euro geschat. In 2007 waren de taps nog goed voor slechts ongeveer 14 miljoen euro. Ten opzichte van 2008 wordt er bijna 6 miljoen euro minder aan het lokaliseren van telefoons besteed, het bedrag voor afluisteren is wel met 2 miljoen euro omhoog gegaan.
Specifieke informatie over het precieze gebruik van de afluisterapparatuur moet nog overgemaakt worden door de bevoegde politiediensten. Maar vorig jaar verduidelijkte toenmalig minister van Justitie Jo Vandeurzen al wel dat afluisteroperaties het meest gebruikt werden voor gerechtelijke onderzoeken naar criminele organisaties, drugs, moord en vergiftiging, diefstal met geweld, afpersing en hormonenzwendel.
Bron » De Morgen