Hoera, hij is verrezen! Dacht u dat ook toen u van de week plots Hugo Coveliers zag verschijnen in TerZake? Met heimwee dacht ik terug aan de tijd dat Coveliers niet weg te branden was uit onze nieuwsbulletins. Voor ons, journalisten op zoek naar straffe quotes en verhalen, was de man met het typische baardje een geschenk uit de nieuwshemel. In 2004 was hij voor de VLD dé man om Antwerpen uit de Visa-crisis te halen, burgemeester moest hij daar worden, maar amper één jaar later werd hij door zijn eigenste VLD uitgespuwd. Hij richtte de politieke beweging VLOTT op (ik bespaar u de onnozele betekenis van het letterwoord, maar het kwam er op neer dat hij wél wou samenwerken met het Vlaams Belang) en verdween uit het nieuws.
Tot vorige woensdag. Plots zat hij weer in de studio. Hij zag er goed uit! Lieven Vertraete ondervroeg hem over één van de nieuwsverhalen van de dag, namelijk het feit dat een topspeurder in het onderzoek naar de Bende van Nijvel was geschorst omdat hij een in het kader van het onderzoek in beslag genomen wapen had scheefgeslagen. Eerst zagen we een filmke waarin meester Peter Callebaut, die sinds jaar en dag de belangen van de slachtoffers van de bende behartigt, zei dat de situatie nu wel helemaal hopeloos was. Hij zei net niet : in wat voor apenland leven wij hier, maar je kon het hem horen denken. En toen was het dus de beurt aan Hugo Coveliers.
Nu kan je van Coveliers veel beweren, bijvoorbeeld dat hij een intellectuele lapzwans is, maar als het over de Bende van Nijvel gaat heeft de Antwerpse politicus-advocaat wel degelijk recht van spreken. Coveliers was de secretaris van de fameuze ‘Bendecommissie’, die enkele jaren na de moordende overvallen onderzocht hoe banditisme en terrorisme in ons land worden bestreden. Bovendien was hij verslaggever van de onderzoekscommissie ‘Georganiseerde Misdaad’. Geef toe, dat zijn referenties.
Hugo Coveliers constateerde in de studio dat 25 jaar bende-onderzoek niets had opgeleverd. Tot nu toe zijn alleen enkele journalisten, misdaad-auteurs en complotbedenkers daar beter van geworden. De angst die het land in het midden van de jaren ’80 verlamde is weggeëbd, om de drie jaar maakte één of andere onderzoeker ons wijs dat een ontknoping nabij was, maar een oplossing van het criminele raadsel kwam nooit écht in zicht. Vijfentwintig jaar, een kwart-eeuw van onderzoeken, twijfelen en speculeren. Over vijf jaar ‘verjaren’ de moordaanslagen, met andere woorden na 2015 kunnen de daders niet meer worden vervolgd (als ze al gevonden zouden worden).
“Dat ze stoppen met het onderzoek”, zei Coveliers. “Dit heeft geen enkele zin meer. Laat ons hopen dat één van de daders op zijn sterfbed besluit dat hij de waarheid niet mee in zijn graf wil nemen.” En verder beweerde Coveliers dat informele contacten ons misschien verder kunnen helpen. Zo had Paul Vanden Boeynants, wiens naam in de bendecomplottheorieën veel werd genoemd, Hugo eens aangesproken, tijdens een golftornooi in Knokke. “Hugo we moeten nog eens klappen”, had VDB gezegd, maar het was er niet van gekomen, en VDB was gestorven, nu ook al negen jaar geleden.
We vernamen dat er nog acht onderzoekers voltijds met het onderzoek naar de Bende bezig zijn. Kunt u zich dat voorstellen? Wat doen die mannen ganse dagen; je kunt toch niet blijven sporen onderzoeken of er nieuwe bedenken? Acht voltijdse speurders! Laat ons die in godsnaam voor nuttiger onderzoeken gebruiken. Ja toch? Het moest er ooit eens van komen : voor één keer vind ik dat Hugo Coveliers helemaal gelijk heeft.
Met het einde van het Bendeonderzoek in zicht wordt een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan het boek der mysteriën van onze vaderlandse geschiedenis. Elk land heeft zijn eigen mysteriën. De moorden op Kennedy, op Pim Fortuyn, en bij ons Julien Lahaut en de bende van Nijvel. Het soort nieuwsfeiten waarvan een mens zich nog precies herinnert waar hij/zij was toen het verhaal begon. Toen de Bende op een avond haar moordende raid hield op de Delhaize in Aalst, was ik net twintig geworden.Ik zat aan de toog van Jeugdhuis Beukenhof, in Eeklo. Ik weet nog precies waar. Want de herinnering aan het gevoel van ontzetting, van absolute verbijstering toen we vernamen wat er was gebeurd, dat verdwijnt nooit. Daar staat geen verjaringstermijn op.
Bron » VRT Nieuws