De Brusselse rechtbank van eerste aanleg spreekt zich op 5 december uit over de schadevordering die Michel Nihoul heeft ingesteld tegen oud-minister van Justitie Marc Verwilghen. Die schreef in 1999 een boek over de werking van de commissie-Dutroux, waarvan hij de voorzitter was.
Nihoul, die verdacht werd van betrokkenheid bij de misdaden van Marc Dutroux maar werd vrijgesproken, nam aanstoot aan een aantal passages en eist 50.000 euro schadevergoeding.
Het openbaar ministerie adviseerde de rechtbank om de schade-eis af te wijzen. Nihoul baseert zijn eis immers op het algemene artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek. Dat voorziet dat wie een fout begaat die schade veroorzaakt, die schade moet vergoeden.
Volgens het openbaar ministerie gaat het hier echter niet om een gewoon schadegeval, maar om een mogelijk drukpersmisdrijf en kan er pas een schadevergoeding toegekend worden als er sprake is van kwaadwilligheid en het oogmerk om te schaden, en de fout ook een strafrechtelijke inbreuk zou kunnen uitmaken.
De advocaat van Verwilghen sloot zich daarbij aan maar die van Nihoul hield vol dat een inbreuk op de algemene zorgvuldigheidsnorm voldoende is. Omdat er in rechtspraak en rechtsleer geen eensgezindheid is en het gaat over de vrijheid van meningsuiting, vroeg de advocaat van oud-minister Verwilghen om een prejudiciële vraag te stellen aan het Grondwettelijk Hof.
Bron » De Morgen