De Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst hebben de afgelopen twee jaar 1.789 indringende technieken gebruikt om aan inlichtingen te komen. Dat blijkt uit een nieuw boek van het Comité I, de toezichthouder van de inlichtingendiensten, naar aanleiding van zijn twintigjarig bestaan, waarover De Tijd vandaag bericht.
De Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst kregen in september 2010 nieuwe bevoegdheden. Het ging om drie soorten inlichtingenmethoden. Het gaat om ‘gewone’ methoden, zoals het opvragen van informatie bij een andere overheidsdienst, maar ook meer indringende ‘specifieke’ methoden, zoals het traceren van telefoongesprekken en briefwisseling, en ‘uitzonderlijke’ methoden, zoals het doorzoeken van huizen en oprichten van valse bedrijven als dekmantel.
Die laatste twee categorieën werden tussen september 2010 en december 2012 1.789 keer ingezet. De Staatsveiligheid spant de kroon met 1.590 machtigingen, waarvan 135 voor uitzonderlijke methoden. De militaire inlichtingendienst kreeg 193 machtigingen, waarvan 30 voor uitzonderlijke methoden. Het Comité I kwam 77 keer tussenbeide. In 50 gevallen vond het dat de gebruikte methoden te ver gingen. Negentien keer zijn de operaties volledig stopgezet en zijn alle verzamelde inlichtingen vernietigd, 31 keer zijn ze gedeeltelijk vernietigd.
Het Comité I is niettemin lovend over de houding van de inlichtingendiensten. “In de eerste maanden hebben we enkele principiële beslissingen moeten nemen, maar daarna is het aantal stopzettingen echt uitzonderlijk geworden”, zegt Guy Rapaille, voorzitter van het Comité I. Toch klinkt de vraag of het gebruik van menselijke bronnen, nu een gewone methode, misschien beter gecontroleerd kan worden, zeker in het geval van infiltratie.
Bron » De Morgen