Op 24 juni 1995, vandaag exact twintig jaar geleden, verdwenen Julie Lejeune en Mélissa Russo in Grâce-Hollogne, in de streek van Luik. De meisjes waren 8 jaar. Hun lichamen werden veertien maanden later teruggevonden in Sars-la-Buissière, begraven in de tuin van een huis van Marc Dutroux.
De zaak veroorzaakte een ongeziene ophef en legde gebreken in de werking van het gerechtelijke apparaat bloot. Ze leidde tot ingrijpende hervormingen bij politie en justitie.
Marc Dutroux werd op 22 juni 2004 door het hof van assisen van Aarlen tot levenslang veroordeeld, met tien jaar terbeschikkingstelling van de regering. Hij werd schuldig verklaard aan de ontvoering, opsluiting en verkrachting van Julie en Mélissa, An Marchal, Eefje Lambrecks, Sabine Dardenne en Laëtitia Delhez, aan de moord op Julie, Mélissa, An en Eefje en aan de moord op Bernard Weinstein. Zijn vrouw Michelle Martin kreeg een gevangenisstraf van 30 jaar, zijn handlanger Michel Lelièvre 25 jaar cel.
Na het “proces van de eeuw” bleven verscheidene vragen onbeantwoord, onder meer over de mishandelingen die Julie en Mélissa ondergingen terwijl ze opgesloten zaten in de verborgen kelderruimte in het huis van Dutroux, en over hoe ze aan hun eind kwamen.
Na de kortstondige ontsnapping van Marc Dutroux werden de politiediensten grondig hervormd en werd de strafrechtelijke procedure in die zin veranderd dat ze meer rekening houdt met de slachtoffers. In 1999 werd een Hoge Raad voor de Justitie opgericht om de magistratuur te depolitiseren en in 2007 zag de strafuitvoeringsrechtbank het levenslicht, die zich over verzoeken voor vervroegde vrijlating buigt.
Twintig jaar na de ontvoering van Julie en Mélissa blijft de kans miniem dat Marc Dutroux ooit vrijkomt. Michel Lelièvre zit nog achter de tralies, maar kreeg wel al pentitentiair verlof. Michelle Martin kwam in augustus 2012 na zestien jaar opsluiting onder voorwaarden vrij. Ze woont in Floreffe en studeert rechten in Namen.
Bron » De Morgen