“Jongens, stop met dit gezever. De zaak is verjaard en snel de wet op de verjaring aanpassen, zal niet helpen. Het is afgelopen.” Peter Callebaut, advocaat van een groep families van slachtoffers van de Bende van Nijvel, heeft het helemaal gehad met het onderzoek.
Vijfentwintig werkdagen, en mocht u deze krant pas in de vooravond onder ogen krijgen, zijn het er inmiddels 24. Dat is de tijd die minister van Justitie Koen Geens (CD&V) nog rest om de verjaringstermijn voor zware misdrijven in de strafwet te verlengen van dertig naar veertig jaar. Hij doet dat met het oog op de dertigste verjaardag van de laatste aanslag van de Bende van Nijvel, op 9 november 1985 op de Delhaize in Aalst. De bende vermoordde die avond acht lukraak gekozen klanten. Het totale aantal doden kwam op 28. De Bende van Nijvel is Belgiës allergrootste criminele enigma.
Het is al de tweede keer dat de strafwet in allerijl wordt herschreven. Het gebeurde ook al in de weken voor 9 november 2005, toen de verjaringstermijn nog op twintig jaar lag. Deze maand wordt in de plenaire Kamer gestemd over de ‘containerwet’ van Geens, met een nieuwe verjaringstermijn als deel van het pakket.
“Voor mijn cliënten hoeft het niet meer”, zegt de Aalsterse advocaat Peter Callebaut. “Iedere keer gebeurt hetzelfde. De speurders hebben plots, toevallig, een nieuw spoor en de minister komt onder druk te staan. Of hij de wet wil aanpassen. Wij zeggen: stop ermee de mensen iets wijs te maken. De families die ik vertegenwoordig hebben er een streep onder getrokken. Het hóéft niet meer. Als de daders destijds vooraan in de veertig waren, en dat waren ze volgens ooggetuigen, dan zijn ze nu minstens 75. Laat ons ernstig blijven.”
Callebaut is de raadsman van Marie-Jeanne Callebaut (geen familie), die in Aalst haar man verloor, de familie van de vermoorde Colruyt-filiaalhouder Walter Verstappen (Halle, 3 maart 1983), zijn collega Jules Knockaert en Linda Van Huffelen. Zij verloor haar man bij de roofoverval op textielbedrijf Wittock-Van Landeghem in Temse (10 september 1983). Het werkte in het geheim aan prototypes van nieuwe kogelvrije vesten voor de speciale eenheden. De Bende van Nijvel stal ze en gebruikte ze een week later bij een overval op de Colruyt in Nijvel, waar de mythe ontstond: een misdaadbende die niet echt uit was op geld, maar op zoveel mogelijk doden en het liefst ook gewapende confrontaties met de politie.
De meest geloofwaardig lijkende these blijft dat de bende een verschijnsel was dat tijdens de Koude Oorlog in de jaren zeventig en tachtig door heel Europa spookte: met door de CIA gepleegde aanslagen in Italië en een mysterieuze bommencampagne in Luxemburg.
In Charleroi zijn nog negen speurders voltijds aan het speuren naar de Bende. Volgens de krant La Dernière Heure zijn ze nog maar eens verwikkeld in een interne oorlog, met deze keer de gedwongen exit van de Brusselse speurder Pierre-Yves Fiévez. “Het kan de families niet meer boeien”, zegt Callebaut. “Voor die laatste negen politiemensen waarborgt het onderzoek in de eerste plaats een leuk leven. Dit onderzoek is hun reisbureau. Ze zijn ongeveer in de hele wereld al gaan speuren: in Australië, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika, Argentinië en natuurlijk ook de archieven van de Oost-Duitse Stasi. Als er één vraag is waar de nabestaanden weleens een antwoord op zouden willen, is het eerder: wat heeft dat allemaal gekost? Hoe lang denkt men nog door te gaan met het verspillen van de budgetten van justitie?”
Volgens Callebaut is het dossier van de Bende van Nijvel allang verjaard. “De strafwet werkt met dubbele termijnen”, legt hij uit. “Vroeger was het tien jaar, en dat kon dan worden verdubbeld tot twintig. Maar dan moest het parket na exact tien jaar tijdig een ‘daad van stuiting’ stellen. Idem voor een termijn van vijftien en twintig jaar, zoals de wet-Geens nu voorziet.”
Een ‘stuiting’ is niet meer dan een brief die aan het dossier moet worden toegevoegd, maar doordat het Bende-onderzoek in 1990 werd overgeheveld van Dendermonde naar Charleroi moesten honderdduizenden dossierstukken worden vertaald. Daar was geen personeel voor en zo viel het dossier in de jaren 1994 en 1995 in Charleroi ten prooi aan stof en schimmel. “Neem maar van mij aan dat er niet tijdig is gestuit”, zegt Callebaut. “De zaak is dus allang verjaard. De oproep van de families is helder: jongens, stop met dit gezever.”
Bron » De Morgen