Al dertig jaar blijven de moorden van de Bende van Nijvel onopgelost, maar ze leveren wel inspiratie voor twee theatervoorstellingen. KVS en Barre Weldaad betreuren niet de slachtoffers, maar de onderzoekers.
Er zijn twee manieren om een perfecte misdaad te plegen, zo klinkt het in Aperçu de l’inconnu. Eén: de perfecte misdaad plegen. Twee: zoveel sporen in het rond strooien dat de onderzoekers hopeloos verdwalen en de feiten verjaren.
Het dossier van de Bende van Nijvel, goed voor 28 doden tussen 1982 en 1985, is een schoolvoorbeeld van de tweede optie. Het onderzoek is zelf een doolhof geworden.
Wat doe je daarmee op theater? Terwijl op het kleine scherm de ene politieserie over de andere struikelt, hebben theatermakers nooit veel met detectives gehad. Voorbij een paar obligate Agatha Christies is het in de vaderlandse theatergeschiedenis ver zoeken naar opmerkelijke whodunits. In theater is het prototype veeleer Oedipus: de onderzoeker die na een diepe afdaling in zijn eigen psychologische spookhuis uiteindelijk zelf schuldig blijkt. Zijn knoop gaat boven elke ontknoping.
Zelfonderzoek
Niet toevallig koos het kleine gezelschap Barre Weldaad voor de titel Verdacht. Auteur Peter Terrin schreef voor Tom Van Bauwel een monoloog waarin een ex-onderzoeker naar de Bende vooral zichzelf op de rooster legt. Anderhalf uur verroert hij nauwelijks, in het brandpunt van zijn eigen proces-verbaal, onder sluipende thrillermuziek, tussen de schimmen van zijn verleden. Ze zitten hem op het vel als Griekse wraakgodinnen.
Eind september ging Verdacht in première in Aalst, waar de Bende op 9 november 1985 haar laatste en bloedigste aanslag pleegde. In de lokale Delhaize vielen toen acht doden, als orgelpunt van een reeks roofovervallen waarvan het hogere doel altijd duister is gebleven.
Zoals het de Bende meer ging om het effect van brutaliteit dan om concrete buit, gaat het regisseur Barbara Vandendriessche meer om een surreële sfeer dan om de documentaire. Verdacht toont het ingekeerde zelfonderzoek van een rechercheur die deze nationale schuld verinnerlijkt heeft tot een spiegelbeeld vol onvermogen.
“Wij, rijkswacht, staatsveiligheid, gerechtelijke politie, BOB, wij waren een archipel van eilandjes, die één keer in de week met elkaar verbonden werden door een gammel bootje met een sputterende motor, als de schipper zich niet verslapen had. Wij waren hier totaal niet klaar voor. We werden net zo overweldigd als die arme mensen in de supermarkt.”
Uitgestoken tongen
In Aperçu de l’inconnu is dat onvermogen vertaald naar een prachtig decorbeeld. Uit een massieve grijze wand klappen steeds nieuwe luiken open. Een voor een schuiven de lijken uit de kast. Ziedaar het onderzoek naar de Bende van Nijvel: tegelijk een klinische frigo voor de doden en een muffe archiefkast.
Niemand heeft de luiken nog in de hand. Met een schrapend geluid vallen ze aan op Willy Thomas, verteller van dienst.
Zijn proloog zet meteen de toon. Het is een eindeloze stroom van beelden zonder verband, met doodlopende bijzinnen zonder punt, allemaal buiten hun oevers getreden. Net zo’n kluwen is het onderzoek waarmee deze rechercheur zich geconfronteerd ziet: duizenden pagina’s van pv’s, nota’s, namen, getuigenissen, mogelijke sporen en pistes. Als een sierlijk ballet zullen ze even later uit een van de lades komen dwarrelen. Het bloed is verjaard tot zwarte inkt. Het onderzoek is verworden tot een onderzoek naar het onderzoek.
Dat maakt van dit theater zoveel meer dan een zoveelste politieserie. Al laat auteur Michael Bijnens heel wat reële feiten passeren, zijn punt is net dat ze nooit een plot zullen vormen. Zijn inzet is veeleer existentieel: we zien hier elke mens in strijd met hogere metafysica, met de onmogelijkheid van de waarheid.
Wat rest, zijn gissingen en geruchten, aan de grens waar recherche overgaat in religie. Willy Thomas zoekt dan ook niet langer naar een oplossing, wel naar zijn eigen zingeving. Tussen de uitgestoken tongen van de misdaad reikt hij afgepeigerd naar zijn koffiezetapparaat. Het gorgelt als in een mysteriespel.
Misschien is dat nog wel de grootste tragiek van deze zaak. De hele bende rond de Bende is nog schrikbarender geworden dan haar daden zelf. Aperçu de l’inconnu schetst ze, na dertig jaar onvermogen, met evenveel jolijt als consternatie.
‘Aperçu de l’inconnu’, tot 21/11 in KVS Brussel. ‘Verdacht’ van Barre Weldaad, nog tot 30/4.
www.kvs.be, www.barreweldaad.be
Bron » De Standaard