De Staatsveiligheid is een haperende machine. Niet elke aanslag kan worden verijdeld. Maar als het gebeurt, is het door het harde werk van enkelen. “Succesjes zijn er enkel en alleen dankzij de goodwill van enkelen.” Het probleem is vooral de lakse houding tegenover personeel dat fouten maakt, vertelt een agent van de Staatsveiligheid aan Het Laatste Nieuws.
“Je moet al flink uit de bocht vliegen om aan de deur te worden gezet. Ik geef je een voorbeeld van een zware fout die tot een ontslag moest leiden, en zelfs tot vervolging. Een jaar geleden kwam aan het licht dat een topanalist een usb-stick had meegenomen naar huis. Daarop stonden honderden documenten met geclassificeerde en niet-geclassificeerde informatie over moslimradicalisme. De man verloor het toestelletje op de metro, waarna de MIVB naar de Staatsveiligheid belde.
“Bij elke andere dienst uit het buitenland sta je dan op straat. Hier niet. De chef van de Analysedienst vroeg hem wel waarom hij die informatie had meegenomen. Zijn antwoord: ‘Ik werk soms thuis voort op dossiers.'”
“Je speelt bovendien met levens. De man van de MIVB belde naar de Staatsveiligheid. Hij moet die stick dus goed bekeken hebben. Tijdens zijn speurtocht had hij op de naam van een informant kunnen stoten. De kans dat die man of vrouw kort daarna in het kanaal ligt met een kogel door de kop, is groot.”
Hoe ironisch het ook klinkt: de beveiliging van de Staatsveiligheid lekt als een zeef. “Op je dooie gemak kun je met informatie buitenstappen en verkopen aan pakweg de Mossad. Rugzakken of handtassen zijn aan de in- en uitgang nog nooit gecontroleerd. Geen haan die ernaar kraait.”
Bron » De Morgen