Binnen dit en twee jaar zullen rechtbanken een verdachte kunnen verhoren via videoconferentie. Dure en risicovolle transporten van gedetineerden van de gevangenis naar de rechtbank zullen daardoor vermeden kunnen worden. De Kamercommissie Justitie stemde vandaag in met een wetsvoorstel van Kristien Van Vaerenbergh (N-VA) dat dit mogelijk maakt.
Mensen in voorlopige hechtenis kunnen vandaag enkel persoonlijk of vertegenwoordigd door hun advocaat voor de raadkamer of de kamer van inbeschuldigingstelling (KI) verschijnen. In bijzondere gevallen kan de rekening daarvan hoog oplopen. Zo kostte het meermaals overbrengen van Marc Dutroux de belastingbetaler volgens Van Vaerenbergh 100.000 euro.
Het wetsvoorstel van Vaerenbergh maakt verhoor op afstand mogelijk bij voorlopige hechtenis vanaf september 2017. “De implementatie van de videoconferentie vergt een investering van 90.000 euro per systeem. Het terugverdieneffect wordt geschat op 1,5 jaar”, aldus het Kamerlid van N-VA. Ze blikt ook al meteen vooruit op eventuele latere wetgeving die het videoverhoor zou kunnen uitbreiden naar alle fasen van de strafprocedure.
In 2002 al startte een proefproject met videoconferentie in Charleroi en Leuven. De KI oordeelde enkele maanden later echter dat het onwettig was, waarna het project werd stopgezet. Voor burgerlijke zaken kan het wel en wordt het reeds toegepast door rechtbanken van Hasselt en Tongeren of het hof van beroep van Antwerpen, aldus nog Van Vaerenbergh.
Bron » De Morgen