Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) en zijn collega van Defensie Steven Vandeput (N-VA) hebben een richtlijn klaar die de samenwerking en informatie-uitwisseling met buitenlandse inlichtingendiensten regelt. Dat meldt het weekblad Knack vandaag. Bedoeling is dat de ontwerptekst deze maand ter sprake komt tijdens de Nationale Veiligheidsraad.
In de richtlijn worden buitenlandse inlichtingendiensten ingedeeld in verschillende categorieën. Dat gebeurt op basis van diverse criteria, zoals het democratisch gehalte van een land en het belang van zo’n dienst voor de kennis van het onderwerp. De categorieën bepalen de aard en de mate van samenwerking en informatie-uitwisseling. Details over de precieze inhoud wil de regering niet kwijt.
Sterke toename
Uit cijfers die Knack bij het kabinet-Justitie verkreeg, blijkt dat de informatie-uitwisseling de voorbije jaren sterk is toegenomen. In 2010 maakte de Staatsveiligheid nog 2.292 nota’s over aan buitenlandse correspondenten. Dit jaar staat de teller al op 3.377 nota’s.
Tegen het einde van het jaar zullen dat er vermoedelijk meer dan 5.000 zijn. De militaire inlichtingendienst ADIV heeft op het vlak van terreurbestrijding sinds begin 2014 meer dan 6.000 documenten ontvangen van buitenlandse diensten en bijna 4.000 documenten uitgestuurd.
Toezichtsorganen
Overigens gaan de toezichtsorganen op de inlichtingendiensten – bij ons het Comité I – van vijf landen gelijktijdig de problematiek van de internationale uitwisseling van persoonsgegevens van Syriëstrijders onderzoeken. Behalve België gaat het om Nederland, Zwitserland, Noorwegen en Denemarken.
Bron » De Morgen