De plenaire Kamer heeft donderdag ingestemd met de oprichting van een nieuwe databank met DNA-profielen van vermiste personen. Dat moet helpen om oude verdwijningszaken alsnog op te lossen, benadrukt CD&V’er Raf Terwingen, die het wetsvoorstel heeft uitgewerkt.
De databank ‘Vermiste Personen’ werd in 2013 al theoretisch opgericht, maar intussen zijn de regels alweer ingehaald door de wetenschap, aldus Terwingen, die nu dus groen licht kreeg voor een reeks bijsturingen.
Zo verdwijnt de automatische vernietiging van ongeïdentificeerde DNA-profielen na dertig jaar. Iets wat uitdrukkelijk gevraagd werd door de Cel Vermiste Personen. De procureur des konings zou wel de bevoegdheid behouden om DNA-profielen al vroeger te laten wissen.
Daarnaast zullen ook minderjarigen binnenkort DNA kunnen laten afnemen in verdwijningszaken. Dat is belangrijk omdat een DNA-profiel van een vermiste tegenwoordig immers niet enkel opgebouwd kan worden op basis van diens ouders, maar bijvoorbeeld ook door een combinatie van de profielen van vrouw en kind. Net daarom zal voortaan trouwens ook DNA-materiaal van de partner van de vermiste kunnen worden afgenomen indien ze samen een kind hebben.
Naast deze databank staat trouwens nog een tweede DNA-databank op stapel, met genetisch materiaal van politiemensen, laboranten en al wie nog onbedoeld een ‘crime scene’ zou kunnen “vervuilen”. Dat moet helpen om de sporen die zijn achtergelaten sneller te kunnen uitsluiten. De tekst zal binnenkort in tweede lezing behandeld worden door de Kamercommissie Justitie, waarna ze eveneens naar de plenaire kan voor finaal groen licht.
Bron » Het Nieuwsblad