De rijkswacht als ‘duistere macht’?

De parlementaire bendeonderzoeken konden het niet ontkennen: uit de onderzoeken bleek dat er ‘een duistere macht’ achter de feiten zat. Maar noch de parlementaire noch het gerechtelijk onderzoek konden tijdens de dertig voorbije jaren ontdekken wie die duistere macht uitoefende.

In andere soortgelijke moorddossiers is dat intussen wél gebeurd: de moorden op Julien Lahaut en op Patrice Lumumba werden ‘gecommanditeerd’ door hetzelfde ‘establishment’ en uitgevoerd door gelijkaardige parallelle netwerken.

Bovendien kwam de waarheid in deze dossiers niet door één of ander officieel onderzoek naar boven: zonder wetenschappelijk onderzoek en onderzoeksjournalistiek was het ook daarin bij ‘een duistere macht’ gebleven. Dat onze justitie de laagste score haalt in een bevraging naar de geloofwaardigheid van onze instellingen hoeft dus niemand te verwonderen. Er moet ook een andere les uit getrokken worden: laat ons niet naïef zijn.

Mededelingen

In zijn interpellatie in het parlement verklaarde de justitieminister dat hij enkel kan ter kennis brengen wat de procureurs-generaal hem voorschrijven. Daardoor weten wij nu dat de identificatie van de reus en de mogelijke piste van de ontwrichting van de staat ‘een interessante piste is’.

De parlementairen luisterden er naar alsof het een begrafenistoespraak was. Zijn er dan geen vragen waarop kan worden geantwoord zonder het onderzoek te schaden of de rechten van de betrokkenen in het gedrang te brengen? De piste van Chris(tiaan) B. uit Dendermonde, alias Bonno, is reeds heel wat langer gekend dan vandaag. Tien jaar na de feiten kwam Bozidar Junior ermee naar buiten. Hij werd opnieuw ondervraagd en haalde de foto van de man uit een line-up. De man op de foto was een rijkswachter. Maar Bozidar Junior werd afgewimpeld.

“De speurders die zich ontfermden over de Bende van Nijvel hebben er onderzoek naar gedaan en zeiden mij dat hij niets met die feiten te maken had”, zegt hij. Sindsdien heeft hij niets meer gehoord (VRT-nieuws, 23 okt 2017).

Volgens Het Nieuwsblad dook de naam van de intussen overleden ex-rijkswachter al in 1999 op in het onderzoek, nadat de speurders een jaar eerder een tweede reeks affiches hadden verspreid met robotfoto’s van de Bendeleden.

Enkele van de 1.300 tips die toen binnenkwamen, zouden gewezen hebben op de sterke gelijkenis tussen robotfoto nummer 19 en C.B. Bovendien matchte zijn profiel, onder meer als voormalig lid van de elite-eenheid van de Groep Diane.

Twee vragen

Het is de opdracht van het parket en de onderzoeksrechter om de bewijzen te verzamelen en de daders te vatten. Daarover gaat de geheimhouding van het gerechtelijk onderzoek. Er is evenwel nog een andere opdracht: er voor te zorgen dat er geen ‘disfuncties’ ontstaan of voortbestaan in de werking van de openbare diensten.

Dat is ook de verantwoordelijkheid van de justitieminister. Het is nu niet alleen de vraag wie de moorden heeft begaan of wat er de bewijzen van zijn. Het is ook de opdracht van de parlementairen om de justitieminister te interpelleren over zijn bevoegdheid: wat hebben de speurders gedaan met de informatie die zij reeds langer hadden over ‘de reus’? Welke gevolg is daaraan gegeven, welke onderzoeksopdrachten werden uitgevoerd?

Onderzoeksrechter

De verantwoordelijkheid voor het gerechtelijk onderzoek ligt bij de onderzoeksrechter. In de andere moorddossiers, de zaak Lahaut en het Lumumba-dossier is gebleken dat de onderzoeksrechter niet alle informatie kreeg waarover de enquêteurs beschikten, wat grotendeels verklaart waarom er in de onderzoeken geen vooruitgang werd gemaakt.

Het maakte zelfs de kern van de problematiek uit in het Dutrouxonderzoek: het comité P paste zijn verslag aan om de bekentenissen van de rijkswachters over het achterhouden van de operaties Othello en Décimes voor onderzoeksrechter Doutrèwe verborgen te houden.

Er zijn overigens ook nog heel wat andere dossiers waarin ‘disfuncties’ van de rijkswacht voor de onderzoeksrechter werden verborgen of onderzoek daarover werd onmogelijk gemaakt: de operaties Antwerp Tower en Rebel en het geheim politiesamenwerkingsakkoord tussen de rijkswacht en de Turkse overheden.

Vraag is dus wat aan onderzoeksrechter Martine Michel over de piste van de reus werd ter kennis gebracht. Reden te meer dat deze onderzoeksrechter van bij het begin aandacht had voor de piste van de ontwrichting en zij het lastig heeft gehad om niet van het dossier te worden gezet.

Radicale Maatregelen

Het is alsof wij nu plots wakker worden: wat was de rol van de rijkswacht in een mogelijke ontwrichting van de staat? Zijn wij dan al die tijd doof en blind gebleven voor wat dit korps zelfs openlijk heeft verklaard? Dat werd zeer duidelijk in de toespraak die de Luitenant-generaal-korpsoverste Willy De Ridder hield op een colloquium dat op 7 en 8 oktober 1994 op het hof van cassatie werd gehouden met als titel ‘Een eigentijds Openbaar Ministerie.’

De generaal zei toen: ”De procureur des konings is niet bij machte om de leiding van de opsporing als dusdanig op zich te nemen. Hij is daar niet geschikt voor. Hij kan, benevens op de wettelijkheid, alleen maar toezicht uitoefenen op de volledigheid en de degelijkheid van de opsporingen.”

”Welke richting men hier ook uitgaat, het principe volgens hetwelk de onderzoeksrechter het onderzoek leidt en controleert, heeft in de praktijk niet alleen onvoldoende uitwerking, maar vernauwt ook het onderzoekspotentieel van een politiedienst in die mate dat de onderzoeksrechter slechts met bepaalde onderzoekers wenst te werken.”

“Als zou blijken dat er na de geschetste ingrepen die alle te realiseren zijn binnen de vigerende wetgeving, er toch geen beterschap komt inzake de opsporing en vervolging, dan zal naar meer radicale ingrepen moeten worden uitgezien.”

Hadden zijne koninklijke hoogheid de kroonprins en de andere hoogwaardigheidsbekleders die op het colloquium aanwezig waren dan niet begrepen wat de generaal voorhield?

Dat indien de procureur zijn bevoegdheden in de opsporing en de onderzoeksrechter de leiding van het onderzoek zouden behouden er moest worden uitgezien naar andere ‘radicale maatregelen’? Zoveel als de overname door de rijkswacht van de grondwettelijke opdrachten en bevoegdheden van de rechterlijke macht in het vooronderzoek.

En zijn die intussen niet reeds in uitvoering? Is de rijkswacht intussen niet de federale politie geworden die alle andere diensten, de lokale uitgezonderd, heeft opgeslorpt? Heeft de rijkswacht intussen door de wet op het politieambt niet de mogelijkheid gekregen om zijn eigen verzelfstandigde en geheime opsporing uit te bouwen en toe te passen? Was de rijkswachtoperatie al of niet met bijzondere methoden niet onder eigen bevel en buiten het gezag van de onderzoeksmagistratuur gegroeid?

Niet zo duister

Als je naast elkaar zet wat wij aan informatie hebben over ‘de duistere macht’ is deze heel wat minder duister dan wordt voorgehouden. Dat de waarheid kan komen van een wetenschappelijke benadering is duidelijk aangetoond door het voortreffelijke werk door het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij (CEGESOMA) naar de moord op de communistenleider Julien Lahaut.

Wie de waarheid wil kennen over wat toen mogelijk was en is kunnen gebeuren moet absoluut de boeken over de moord lezen. In het laatste deel van Emmanuel Gerard, Widukind De Ridder en Françoise Muller wordt het verpletterende geheim van ‘la Belgique à papa’, zoals Knack- redacteur Walter Pauli het noemde, toegelicht.

Deze revelatie over de moord is veel meer dan een spannende politieroman. Het is de weergave van wetenschappelijk onderzoek naar een politieke moord die gepleegd werd door een uit het verzet tegen het nazi-regime voortkomende organisatie, minstens met medeweten van de hoogste gezagsdragers, en gefinancierd door de haute finance, waarbij het gerechtelijk onderzoek, door de werking van de organisatie, vakkundig kon worden belemmerd.

Dat ook de goede onderzoeksjournalistiek de waarheid dient werd o.m. bewezen door het volgehouden onderzoek van wijlen Walter De Bock over de moord op André Cools. Het heeft heel lang geduurd vooraleer zijn piste over de betrokkenheid van politiekers door het gerechtelijk onderzoek werd aanvaard.

En ook in de bendedossiers leverde Walter De Bock belangrijke bijdragen die allen de piste van de ontwrichting van de staat dienden. Reden waarom zijn verhoor, zoals dat van de wetenschappers in de Gladio-commissie die het naoorlogse verzetsnetwerk Stay Behind onderzocht, hoewel die reeds op de agenda stonden, nooit is doorgegaan.

Dat is ook in het bendeonderzoek gebeurd. Manipulatie die door onderzoeksrechter Martine Michel werd ontdekt over de in Ronquières gevonden overtuigingstukken is niet de enige poging tot destabilisering. Deze was reeds van bij het begin van het onderzoek aanwezig. Het eerste parlementair onderzoek stelde vast dat het parket een overmatige druk had gehad op de onderzoekspistes en de onderzoeksstrategie van de onderzoeksrechter.

Wat nu?

Hebben ook de andere parlementaire onderzoeken niet te maken met dezelfde ‘duistere macht’? Zowel het Panamaschandaal als de Kazachgate vertonen dezelfde gemene kenmerken.

In de Kazachgate gaat het over het grote geld dat werd verdiend met de verkoop van gevechtshelikopters of de megafraude in de diamant, waaronder ook bloeddiamant, het betaalmiddel voor al wat onheus is.

Onder het grote geld dat in Panama werd verscholen is er ook heel wat van verdachte afkomst. Of wij het niet konden geweten hebben? Je moet geen overjaarse communist zijn om het te beweren.

Eisenhouwer in zijn afscheidsrede: ”In the councils of government, we must guard against the acquisition of unwarranted influence, whether sought or unsought, by the military-industrial complex. The potential for the disastrous rise of misplaced power exists and will persist”.

Wat gaat er gebeuren indien na de strafrechter (afkoopwet) ook de onderzoeksrechter (hervomingsplan) moet verdwijnen? Laat ons niet naïef zijn: zolang ‘de duistere macht’ mag voortbestaan, zal die blijven voortwerken.

Als diegene die er de uitspattingen moet van onderzoeken, de onderzoeksrechter, en diegene die het moet bestraffen, de strafrechter, vervangen worden door diegenen die onder het gezag van het systeem werken, het openbaar ministerie, kan het enkel nog erger worden.

En het gaat heus niet alleen over justitie: welk vliegtuig wordt de vervanger van de F16? Wordt dat de F-35 bommenwerper van het Amerikaanse Lockheed-Martin of het Rafale multirole-gevechtsvliegtuig van het Franse Dassault?

Wat hebben wij nodig? Een multirole jager of een vliegtuig dat enkel de atoombom kan vervoeren? Is ook daarin duistere macht, ‘the disastrous rise of misplaced power’, niet doorslaggevend?

Bron » Apache | Walter De Smedt