‘Onbetaalbaar, onwerkbaar, onaanvaardbaar.’ Het openbaar ministerie, dat verdachten voor de rechter brengt, kant zich fors tegen fundamentele veranderingen die minister van Justitie Koen Geens (CD&V) voorstelt.
‘Een academisch interessante oefening die echter ver van de praktijk staat. Dit voorstel brengt de onafhankelijkheid van het openbaar ministerie en het strafrechtelijk beleid in het gedrang. Bovendien is het onbetaalbaar.’
Het openbaar ministerie maakt brandhout van de voorstellen die minister van Justitie Koen Geens (CD&V) doet rond een nieuw wetboek van strafvordering. Die hervorming gaat naar het hart van de rechtsstaat. In dat wetboek staan de regels die het gerecht moet volgen wanneer het een onderzoek voert. Voor Geens is een nieuw wetboek van strafvordering een fundamenteel onderdeel van zijn plannen. Hij wil dat dit jaar rond krijgen. Een commissie van experts schreef de veranderingen uit.
Het merendeel van de onderzoeken is in handen van het openbaar ministerie. In een brief aan Geens, die De Standaard kon inkijken, kanten alle niveaus ervan – de parketten, parketten-generaal en arbeidsauditoraten – zich tegen de voorstellen voor de hervormingen.
Onder anderen de Antwerpse procureur-generaal en procureur ondertekenden de brief. Ze waarschuwen voor ‘procedures die door elkaar lopen en het efficiënt voeren van het onderzoek zeker in de weg zullen staan’.
Onder voogdij
In de plannen van Geens’ experts is een bijzondere rol weggelegd voor de ‘rechter van het onderzoek’. Die functie vervangt de huidige onderzoeksrechter. Maar volgens het openbaar ministerie gaat het toezicht dat die rechter zal uitvoeren te ver. ‘Dit lijkt eerder op een vorm van onder voogdijstelling’, schrijven ze.
Concreet zal de rechter tussenkomen in onder meer de verzoeken (van verdachten) voor bijkomende onderzoekshandelingen, voor inzage in het dossier, een seponering of de vaststelling van een verjaring. Volgens het openbaar ministerie wordt hun onafhankelijkheid zo sterk onderuitgehaald dat het in strijd is met de Grondwet.
‘Dit voorstel creëert een aanzienlijke werklast voor het openbaar ministerie én voor de rechters van het onderzoek’, luidt de kritiek nog. ‘Het heeft grote budgettaire implicaties die de commissie (van experts, red.) niet heeft becijferd. Als er echter geen belangrijke middelen worden vrijgemaakt, is het voorstel ronduit irrealistisch te noemen.’ Vandaag ontstaat veel vertraging bij de fase van de raadkamer. Het openbaar ministerie vreest dat die flessenhals zich ‘eenvoudigweg zal verplaatsen’.
De magistraten wijzen er ook op dat met dit voorstel de werkelijke leiding van een onderzoek bij de politie komt te liggen, omdat het openbaar ministerie niet weet wat eerst gedaan.
Volgens de woordvoerster van Geens gaat het om een onafgewerkt project. ‘Het werk is voor twee derde gevorderd’, klinkt het. ‘De minister werkt graag open en transparant. Daarom zijn de voorstellen van het nieuwe wetboek in een open dialoog besproken.’
Voor de magistraten is een grote omwenteling niet nodig. ‘Gerichte aanpassingen’ wel. ‘Het is tijd dat de juridische rust terugkeert’, vinden ze.
Bron » De Standaard