Oud-onderzoeksrechter Freddy Troch voelt zich geviseerd door uitlatingen van het federaal parket dat de aanslagen van de Bende van Nijvel onderzoekt. Het federaal parket suggereert dat de speurders van de cel Delta in de val zijn gelokt toen ze in 1986 een authentieke verzameling gebruikte Bende-wapens uit het kanaal Brussel-Charleroi in Ronquières haalden. “Diegenen die hun werk doen, worden met de vinger gewezen”, zegt Troch.
Op 6 november 1986, goed een jaar na de laatste aanslag van de Bende in Aalst, haalt een duiker in opdracht van de cel Delta twee zakken en de restanten van een derde zak boven. Inhoud: onderdelen van wapens gebruikt door de Bende bij diverse feiten, munitie, een babykoffer, cheques gestolen uit de Delhaize van Aalst, stukken gestolen kogelvrije vesten. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt nu dat de voorwerpen maximum een week vroeger in het kanaal zijn gedropt. Het federaal parket gaat er zelfs van uit dat de voorwerpen er maar 48 tot 24 uur op voorhand zijn achtergelaten.
“Er zijn volgens ons voldoende redenen om aan te nemen dat deze drie vondsten een poging tot manipulatie van het onderzoek geweest zijn”, aldus Eric Van der Sypt van het federaal parket in een uitzending van Farouk. Oud-onderzoeksrechter Freddy Troch, tot 1990 aan het hoofd van de cel Delta die het onderzoek naar de Bende voerde, voelt zich aangevallen. “Diegenen die hun werk doen, worden nu dus met de vinger gewezen”, zegt hij in een interview aan TV Oost. “Ja dan hadden we moeten doen zoals velen hebben gedaan: ons werk niét doen.”
“Hadden we alles in het water moeten laten liggen?”
“Wat we uit het water hebben gehaald was een bevestiging van wat we allang wisten. Als er nu mensen zijn die wisten dat we gingen duiken — en zo waren er — en die hebben er nog zaken bijgegooid, ja, dan hebben wij ze er wel uitgehaald”, zegt hij verontwaardigd. “Moesten we die voorwerpen dan in het water laten liggen? Dat had voor ons alvast veel makkelijker geweest.” Toch is ook hij ervan overtuigd dat er gemanipuleerd is. “Het onderzoek is van in het begin gemanipuleerd en dat zal vandaag de dag niet anders zijn.”
Hij trekt ook de nieuwe getuigenis in twijfel van een duikersassistent. Die zegt dat hij een duiker assisteerde op 6 november 1986 aan het kanaal in Ronquières en dat er voor de komst van de cel Delta een zware zak werd bovengehaald. Hij deed dat in opdracht van BOB’ers, althans dat vermoedden de duiker en hij indertijd toch. Tot op heden is niet duidelijk wie de drie mannen waren aan wie de duiker en zijn assistent de vondst hebben toevertrouwd. Het federaal parket is op zoek naar informatie over één forsgebouwde Nederlandstalige man en twee Franstaligen, die met de zak in een beige Renault R4’tje stapten en wegreden. Kort daarna kwam volgens de getuige de cel Delta om verder te zoeken in het kanaal.
Freddy Troch vraagt zich af of de getuigenis kan kloppen. “Om hoe laat was dat dan? Wij waren daar aanwezig om 8 uur. Het was in november. Zijn ze om 7 uur het water ingegaan in het donker?”, vraagt Freddy Troch zich af.
Bron » Het Laatste Nieuws