De overheid kan voortaan een hogere bijdrage leveren in de kosten die terreurslachtoffers moeten betalen. Een aantal wetten daarover zijn vrijdag in het Staatsblad verschenen. Ook de hulp aan slachtoffers in langlopende strafonderzoeken, zoals het onderzoek naar de Bende van Nijvel, wordt verbeterd.
‘De dringende kosten die de overheid betaalt aan slachtoffers worden verviervoudigd. Dat is noodzakelijk gebleken bij de terreuraanslagen omdat mensen heel snel hoge rekeningen moeten betalen’, zegt minister van Justitie Koen Geens (CD&V).
Het plafond voor de noodhulp van terrorisme wordt gevoelig opgetrokken van 30.000 naar 125.000 euro voor dringende kosten. Slachtoffers moeten niet meer wachten op de tussenkomst van de verzekering om deze dringende kosten betaald te krijgen. Er zijn twee nieuwe schadeposten gecreëerd, één voor advocatenkosten en één voor reis- en verblijfkosten.
De financiële hulp die de Commissie voor hulp aan slachtoffers toekent, komt niet in de plaats van de vergoeding waarop de slachtoffers recht hebben via hun verzekering, maar helpt de termijn te overbruggen tussen de terroristische daad en de uitbetaling door de verzekering.
De Commissie komt ook tegemoet in kosten die het slachtoffer op niemand kan verhalen. Daar moet geen terugvordering zijn van de Staat naar de verzekering, want er is geen dekking. Niet-Belgische slachtoffers die niet in België wonen zullen het statuut van ‘nationale soldariteit’ kunnen krijgen.
Langdurige onderzoeken
Ook slachtoffers die betrokken zijn in langdurige strafonderzoeken zullen recht krijgen op een hogere tegemoetkoming. Er kan hulp toegekend worden tot 125.000 euro voor onderzoeken die minstens 10 jaar aanslepen en waarvan de motieven van de daders ongekend zijn. Dat zou bijvoorbeeld van toepassing zijn op de slachtoffers van de Bende van Nijvel.
Bron » De Standaard