Het grootste parket van het land dreigt het nog tot na 2024 zonder procureur te moeten doen.Met dank aan het deels vernietigde politieke akkoord over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde.
Op 1 april stapte de 47-jarige Brusselse procureur des Konings Jean-Marc Meilleur over naar de privésector. Zo kwam het Brusselse parket, met zo’n 300.000 zaken per jaar het grootste van de 14 parketten van dit land, meteen zonder chef te zitten. Tot vandaag is het Tim De Wolf, Meilleurs Nederlandstalige adjunct en eerste substituut-procureur, die leiding geeft aan een kleine 500 medewerkers die misdrijven vervolgen.
Het Brusselse parket dreigt nog jaren zo onthoofd verder te moeten. Dat heeft alles te maken met het politieke akkoord over de beruchte splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde van 2011. Behalve de kieskring werd ook het gerechtelijke arrondissement BHV opgedeeld in twee afdelingen. Halle-Vilvoorde werd volledig Nederlandstalig – Ine Van Wymersch is er momenteel procureur.
In ruil daarvoor verkregen de Franstalige partijen dat de procureur van Brussel steeds een Franstalige – zij het met een grondige kennis van het Nederlands – zou zijn, benoemd door de Franstalige benoemingscommissie van de Hoge Raad voor Justitie. De adjunct zou steeds een Nederlandstalige zijn. Hetzelfde gold voor de arbeidsauditeur.
Onder meer de N-VA, Vlaams Belang en de Nederlandstalige advocatenordes trokken naar het Grondwettelijk Hof, dat de regel in 2014 vernietigde. Volgens het Hof was het niet verantwoord dat een kandidaat met een Nederlandstalig diploma nooit in aanmerking kon komen voor de functie van procureur in het tweetalige Brussel, of een Franstalige voor die van adjunct. De toen pas aangestelde Meilleur mocht blijven, maar zonder wetswijziging is er in principe geen nieuwe vacature en benoeming mogelijk.
Het probleem is dat zo’n wijziging raakt aan de delicate Belgische communautaire evenwichten en daarom allicht alleen politiek haalbaar is als deel van een reeks staatshervormende stappen. De regering-Michel bevroor in 2014 het institutionele debat en de huidige regering is van plan om een staatshervorming voor te bereiden, waarover pas na de verkiezingen van 2024 effectief onderhandeld zal worden. Ook na 2024 kan een nieuw communautair compromis nog lang op zich laten wachten.
‘Bijzonder taalgevoelig’
Voor de Brusselse procureur-generaal Johan Delmulle, die aan het hoofd staat van het Brusselse parket op het niveau van het Hof van Beroep, is de benoeming ‘noodzakelijk en dringend’, zei hij tijdens zijn mercuriale rede woensdag. ‘We kunnen niet wachten op het einde van de legislatuur. Het is niet verantwoord dat het grootste parket van het land gedurende drie jaar zonder een korpschef zou functioneren.’ Delmulle stelt dat de legitimiteit van de procureur van een tweetalig korps in een tweetalig gebied ‘dat bijzonder taalgevoelig is’, een volwaardige procureur vereist.
‘Het voor zich uit schuiven zou geen daad van goed en verantwoord bestuur zijn’, zegt Dermulle nog. Hij pleit ervoor dat de Brusselse procureur en arbeidsauditeur elke tien jaar afwisselend van de Nederlandse en Franse taalrol zouden komen en dat ze tegelijk grondig tweetalig zijn, zoals geldt voor de Brusselse procureur-generaal en de federale procureur. De adjunct zou dan telkens van de andere taalrol zijn.
Het kabinet van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) zegt zich bewust te zijn van de problematiek. ‘De kwestie ligt communautair bijzonder gevoelig, maar we proberen pragmatisch te zijn en zullen proberen zo snel mogelijk een tweetalige procureur te benoemen’, klinkt het, zonder meer details. ‘Ook voor ons is het cruciaal dat een van de belangrijkste parketten van het land wordt geleid door een procureur op volle kracht. We werken in stilte aan een oplossing.’
Bron » De Standaard