Paleis der natie: Zelfs het onderzoek was een bende

Het onderzoek naar de Bende van Nijvel beslaat honderdduizenden bladzijden. Het wordt niet langer geteld in strekkende meters, maar in aantal kasten. Voor de regering mag dat dossier nooit verjaren.

Het bos van La Houssière, genoemd naar een nabijgelegen boerderij, ligt op de grens van Waals-Brabant met Henegouwen, op het grondgebied van ’s-Gravenbrakel. In de namiddag van zaterdag 9 november 1985 deden motorcrossers er een eigenaardige vondst: het restant van een brandstapel met halfverkoolde afstandsapparaten, een verschroeid decodeerapparaat, maar ook handgeschreven notities, een deels verbrande wapenencyclopedie en wapentijdschriften, een stuk van de foto van een blonde vrouw,  geblakerde cheques met de stempel van ‘Delhaize-Overijse’ en, vreemd genoeg, een treinkaartje Brussel-Oostende.

De verklaring van de motorcrossers en de inventaris van de vondsten door de lokale politie belandden meteen op het bureau van de Nijvelse onderzoeksrechter Jean-Marie Schlicker. Die was belast met het onderzoek naar de Bende van Nijvel, die haar naam dankt aan de overval op 17 september 1982 op een Colruyt-warenhuis in Nijvel waarbij drie doden vielen. De cheques wezen naar de Delhaize van Overijse, die enkele weken eerder, op zaterdag 27 september 1985, door de Bende was overvallen. Die roofoverval had plaats luttele tijd na een gelijkaardige raid op een Delhaize in Eigenbrakel. In Eigenbrakel vielen daarbij drie doden, in Overijse werden vijf mensen omgebracht.

Onderzoeksrechter Schlicker en de Nijvelse procureur des Konings Jean Deprêtre vonden niet dat ze moesten optreden. Schlicker liet het bos van La Houssière niet eens bewaken, zelfs niet na de overval enkele uren later op de Delhaize in Aalst, de laatste hold-up van de Bende van Nijvel, waarbij acht mensen het leven lieten. Jaren later wezen twee getuigen de plaats aan in La Houssière waar ze in de nacht van 9 op 10 november 1985 een Golf GTI opmerkten en twee mannen bij een kennelijk levenloos lichaam op de grond. Wat de aanname bevestigde dat de beruchte reus van de Bende in Aalst minstens gewond raakte.

Pas jaren later hebben onderzoekers zich echt gebogen over de vondsten in La Houssière. Het treinkaartje Brussel-Oostende was wellicht een van de dwaalsporen die de Bende volgens Amerikaanse profilers had uitgezet.

Borains

‘De daders lieten tal van voorwerpen achter die niets met de feiten te maken hadden, maar die tot lang en nutteloos onderzoekswerk leidden’, vertelde de speurder Eddy Vos achteraf. Hij werd in 1996 gevraagd de leiding te nemen van de Cel Waals-Brabant belast met het Bende-onderzoek. Zijn aanstelling was een suggestie van het toenmalige hoofd van de staatsveiligheid Bart Van Lijsebeth. Maar toen al zat het Bende-dossier muurvast.

Aanvankelijk was het onderzoek verspreid over verschillende politiediensten, onderzoeksrechters en parketten die elkaar dwarsboomden. Toppunt van het gerechtelijk gehaspel was het proces tegen de bende van de Borinage. De Borains waren marginalen rond de gewezen politieman Michel Cocu. Door slordig onderzoek in Nijvel eindigde het assisenproces tegen de bendeleden in chaos. Een Ruger-pistool, dat moest aantonen dat Cocu en zijn medetoogplakkers deel waren van de Bende van Nijvel, had volgens het Duitse Bundeskriminalamt niets met de zaak te maken. De Borains gingen vrijuit.

Gewezen rechter van het Grondwettelijk Hof Jean-Paul Moerman, die als jonge advocaat Cocu verdedigde, beschreef zijn ervaring en de manier waarop het Bende-onderzoek werd gevoerd in een pittige bijdrage in het liber amicorum van de grondwetspecialist André Alen. Hij vertelde daarin ook over de justitiële hardnekkigheid waarmee Cocu na zijn vrijspraak werd achtervolgd. Tot vlak voor zijn dood ging procureur-generaal Christian De Valkeneer hem vragen om als spijtoptant alles op te biechten. Hij kreeg de deur tegen de neus. Cocu, die in december 2016 overleed, was de laatste van de Borains. Na zijn dood werd voor alle zekerheid nog eens een huiszoeking verricht in zijn sterfhuis.

Twee parlementaire onderzoekscommissies bogen zich ooit over de Bende-enquête, maar het onderzoek bleef wat het was: een bende.

Bezigheidstherapie

Toen Vos in 1996 aan boord kwam met een nieuwe ploeg werd niets onverlet gelaten. Duitse specialisten in Wiesbaden deden ballistisch onderzoek. Jean-Jacques Cassiman, een wereldautoriteit in de menselijke genetica, verrichtte talloze DNA-onderzoeken, zelfs op rijkswachters van de Groep Diane. Stasi-archieven werden onderzocht en buitenlandse inlichtingendiensten aangesproken. Leugendetectors, Canadese geomaticaspecialisten en FBI-profilers werden ingeschakeld. De profilers kwamen tot de vaststelling dat wellicht sprake was van twee bendes, waaronder een Franse gang.

In 2012 gaf Vos zijn opdracht terug. Sindsdien kabbelt het onderzoek verder in Charleroi. Af en toe worden vreemde onderzoeksdaden gesteld, zoals recent nog een dregging in het kanaal van Damme naar een uzi, een machinepistool dat de Bende nooit gebruikte.

Toch wil minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) het onderzoek laten voortzetten. Volgens zijn wetsontwerp zal verjaring niet meer mogelijk zijn voor ernstige feiten als moord en roofmoord ‘die de bevolking ernstige vrees hebben aangedaan of die tot doel hadden de basisstructuren van het land te ontwrichten of te vernietigen’. Dat is nu al het geval voor misdaden tegen de menselijkheid, genocide, oorlogsmisdaden en seksuele misdaden ten aanzien van minderjarigen.

In het verleden werd de verjaringsperiode voor de misdaden van de Bende van Nijvel, die 28 dodelijke slachtoffers en 40 gewonden maakte, al twee keer opgeschoven. In de officiële aankondiging van de opheffing van de verjaring is geen sprake van de Bende. Toch is duidelijk dat het wetsontwerp op die maat werd uitgewerkt. Volgens ingewijden is het Bende-onderzoek nu al een vorm van bezigheidstherapie voor de onderzoekscel in Charleroi. De nieuwe onderzoekers stootten zich aan dezelfde zij- en dwaalsporen als hun voorgangers.

In dit dossier heeft iedereen een theorie maar geen schuldigen. Er is sprake van oud-rijkswachters in dienst van rechtse politieke kringen of van hun gefrustreerde chefs. Sommigen vermoedden achter de overvallen een strategie van de spanning – van psychologische oorlogvoering, zeg maar – al dan niet aangepord door Gladio-groupuscules. De jaren 1980 waren ‘loden jaren’, met aanslagen, politieke moorden en ontvoeringen in binnen- en buitenland door extreemlinks en extreemrechts, en dat allemaal in tijden van sociale en economische onrust.

Het onderzoek werd op allerlei manieren gemanipuleerd of op nieuwe dwaalsporen gebracht. Toenmalig minister van Justitie Jean Gol (MR) verwierp de politieke pistes. Rijkswachters en magistraten gebruikten het onderzoek voor hun afrekeningen en inspireerden de media om roze en andere pistes te lanceren die het onderzoek doorkruisten.

Veertig jaar na het eerste Bende-feit – de diefstal van een jachtgeweer in een sportwapenwinkel op 13 maart 1982 in Dinant – is de kans groot dat tal van de verdachten van weleer zijn overleden. Op spijtoptanten wordt niet meer gerekend. Wat rest, is het gigantische dossier in Charleroi. De waarheid zit misschien in een van de vele kasten, misschien ook niet.

Alleen een ongebonden, zorgvuldig samengestelde waarheidscommissie van magistraten, criminologen en historici kan op een geloofwaardige manier en zonder aanzien des persoons het onderzoek doorlichten. Want het is maar de vraag of de nieuwe wet, zoals gehoopt, tot een opheldering zal leiden. Door het opheffen van de verjaring bestaat de kans dat wie tot nu heeft gezwegen, blijft zwijgen.

Bron: De Tijd | Rik Van Cauwelaert