De verjaarde Fortis-zaak is lang niet enige stokoude strafdossier in ons land.
Meer dan 10.000 strafzaken over heel België slepen al meer dan tien jaar aan. Het gaat om 10.126 zaken die in 2009 of nog eerder geleden zijn begonnen en die nog altijd niet zijn afgesloten. Dat blijkt uit de jongste cijfers van het College van Procureurs-Generaal, die gaan over het jaar 2018. De oude strafzaken gaan over allerlei soorten misdrijven.
Een van de stokoude zaken was die tegen de ex-toplui van Fortis, waarin de Brusselse raadkamer vrijdag besloot dat de tenlasteleggingen verjaard zijn. Van de meer dan 10.000 oude strafzaken zijn 8.556 minstens even oud als de Fortis-zaak, die in de herfst van 2008 is geopend.
2.650 lopende strafdossiers gaan terug tot de jaren 90. Een van die dossiers is de grote fraudezaak rond de textielgroep Beaulieu, die teruggaat tot 1990, nog niet voor de rechter belandde en pas nu wordt afgesloten met een minnelijke schikking.
Zitten er nog meer grote financiële dossiers tussen de ruim 10.000 oude strafzaken? Daar kan het openbaar ministerie geen getal op plakken. ‘Het is mogelijk. Ik zou het niet kunnen zeggen’, zegt de Brusselse advocaat-generaal Christophe Reneison, die voor het hele openbaar ministerie in België het expertisenetwerk leidt in de strijd tegen de financiële, economische en fiscale criminaliteit. ‘Dat kan je niet uit de statistieken afleiden, omdat de manier waarop we de dossiers bij het openbaar ministerie coderen vooral bedoeld is om ze goed te kunnen beheren.’
‘Maar er is een groot verschil tussen de financiële dossiers: sommige hebben veel minder belang dan andere. Dat kan je niet afleiden uit onze statistieken’, nuanceert Reneison. ‘Je hebt bijvoorbeeld bedrijven die een klacht met burgerlijke partijstelling hebben ingediend omdat ze zich benadeeld voelen door pakweg een ander bedrijf. Dan is dat ook een ‘financieel dossier’ dat mogelijk al lang aansleept. Maar die zaak heeft geen enkel belang.’
Vooruitgang
In een reactie op de verjaring van de Fortis-zaak stelt Reneison dat de aanpak van de financiële criminaliteit erop vooruit is gegaan. ‘Als er nu vertragingen zijn, zijn die niet meer te wijten aan het openbaar ministerie, wat vroeger wel het geval was. De dossiers worden nu veel beter beheerd door het openbaar ministerie. Er wordt beter overwogen in welke grote dossiers we onze tijd willen steken. Die volgen we dan nauwgezet op.’
Dat de openbaar aanklagers steeds meer financiële dossiers afsluiten met een ‘verruimde minnelijke schikking’, waarbij de verdachten na het betalen van een geldsom niet meer op de beklaagdenbank belanden, vindt Reneison een goede zaak. ‘Het systeem van de minnelijke schikkingen is een positief middel om sneller tot een oplossing te komen. Een rechter moet zich daar telkens nog over uitspreken. Ook de onderzoeksrechters zijn niet meer tegen. Het is een meerwaarde als een goede minnelijke schikking wordt bereikt. Als men voldoende betaalt, is dat ook een straf. Het komt de staatskas ten goede en de eventuele slachtoffers worden ook vergoed.’
Bron » De Tijd | Lars Bové