Philippe Lacroix (62), het brein van de bende-Haemers, is achttien jaar vrij. Tegenwoordig is hij leraar en kijkt hij op zondagavond net zoals velen van ons naar de serie 1985. ‘Mijn parcours toont dat alles mogelijk is.’
De spoeling van zwaar gestraften die in de cel besluiten om hun diploma te halen en zich na hun vrijlating in te zetten in de maatschappij, blijft dun. Zeker als dat diploma ook nog eens een universitair diploma is. Philippe Lacroix kreeg op 20 januari 1994 de doodstraf voor een resem gewelddadige overvallen, voor de ontvoering van oud-premier Paul Vanden Boeynants en voor de moord op Ronny Croes, de geldkoerier die stierf bij de overval in Groot-Bijgaarden op 31 januari 1989. Bijna veertien jaar zat hij in de cel.
Vandaag is hij achttien jaar vrij, afgestudeerd als germanist en leerkracht van beroep. Hij geeft Engelse en Nederlandse les aan volwassenen. Zijn studenten mogen zijn verleden kennen – als ze zijn naam zouden googelen, weten ze genoeg – maar hij zal het hen nooit spontaan uit de doeken doen. ‘Dit jaar weet minstens één hele klas het, daar ben ik zeker van, want een van de studenten kwam naar mij toe en vroeg: “Er doen geruchten over u de ronde, is alles wat gezegd wordt waar of niet?” Ik heb geantwoord dat het waarschijnlijk wel waar is, maar dat het me niet deert’, vertelt Lacroix in de laatste aflevering van de podcastreeks Lacroix. Ik was gangster.
Tieners
Lacroix heeft nog twee jonge kinderen: een dochter van vijftien en een zoon van bijna twaalf. Ook zij kennen zijn strafblad. ‘Mijn kinderen kennen mijn verleden, maar niet in detail. Hun moeder is psychologe (hij leerde haar kennen in de gevangenis, red.), en zij vond dat de kinderen het onmiddellijk moesten weten. Dat klopt, want je weet nooit dat de ouders van hun vriendjes mijn naam kennen en een negatief beeld hebben van mij, en dat dat op die manier bij mijn kinderen terechtkomt.’
‘De mensen kunnen denken wat ze willen,’ vervolgt Lacroix, ‘daar heb ik geen problemen mee. Ze hebben het recht om te denken dat ik geen goeie persoon ben. Het laat me niet koud, maar dat duurt nooit lang.’
Geheimen heeft hij niet, zegt hij. Hij geeft wel nooit details. ‘Ik zeg bijvoorbeeld nooit dat ik VDB ontvoerd heb. Meestal zeg ik: “Ik was gangster tussen mijn twintigste en mijn dertigste, ik ben gestraft en heb een vijftiental jaren in de gevangenis gezeten en nu ben ik 62. Nog steeds dezelfde persoon, maar met andere ideeën en een ander leven.’
Voorbeeld
Als hij tijd heeft tussen zijn drukke bezigheden door, gaat hij wel eens praten voor een groep jonge mensen. Zo gaat hij binnenkort naar een school in Namen. Doel? De jongeren inspireren met zijn uitzonderlijke parcours. ‘Alles is altijd mogelijk’, is zijn boodschap. ‘Niet alleen voor gedetineerden, maar voor iedereen die in de put zit en denkt dat hij er nooit uit zal geraken. Dat is maar één fase in het leven.’ En ook voor leerkrachten kan zijn boodschap dienen: ‘Soms heb je leerlingen van wie je denkt dat ze verloren zijn, maar dat is niet zo. Ik was verloren op school toen ik 14 was, ik ben weer beginnen studeren toen ik 34 was en ik ben afgestudeerd toen ik 47 was.’
Het vereist wel een zekere wilskracht, besluit Lacroix. ‘Je moet jezelf in vraag durven te stellen. Dat is hard. Maar als je dat doet, is alles mogelijk. Of misschien niet alles, maar toch heel veel.’
Bron » De Standaard