De speurtocht van de federale politie, naar het lichaam van een lid van de Bende van Nijvel, heeft gisteren niets opgeleverd. De kans dat de graafwerken een doorbraak brengen in het onderzoek naar de Bende, is daardoor flink afgenomen. De politie zette haar graafwerk in het Bois de la Houssière in ’s ‘s-Gravenbrakel woensdag voort.
Vier honden speurden een perceel bos af waar dinsdag enkele muntstukken en een uurwerk gevonden werden. De politie zoekt er naar stoffelijke resten van de ‘doder’ van de Bende van Nijvel, die daar mogelijk begraven ligt.
De speurders beschikken over aanwijzingen dat één van de leden van de Bende van Nijvel, die in de jaren tachtig tal van bloedige overvallen pleegde, begraven ligt in het Houssière-bos.
Tijdens de laatste overval van de bende, op de Delhaize-supermarkt in Aalst op 9 november 1985, zou de ‘killer’ door een politiekogel zijn geraakt. Hij zou door zijn kompanen in het bos zijn begraven.
Bij de overval in Aalst vielen acht doden. Op de meest interessante plaats in het bos is volgens speurder Eddy Vos, van de Bende-onderzoekscel, niets gevonden. “We hebben eerst het terrein tot op 30 cm diepte afgegraven en er daarna de honden laten overlopen. Zonder resultaat.”
Volgens de politieman is de kans daardoor klein geworden dat het lichaam van de killer gevonden wordt. “De komende dagen graven we de rest van het terrein af, zoals gepland.” Het gevonden uurwerk wordt onderzocht op DNA-sporen.
Eddy Vos: “Het was een uurwerk met wijzers, dat verscheidene jaren in de grond heeft gezeten. Het armbandje ervan was afgerukt, maar we kunnen het nog altijd laten onderzoeken op de aanwezigheid van zweet. We laten ook onderzoeken of er geen speciale nummers in gegraveerd staan.”
Bron » De Standaard