Er bestaat bij de actoren binnen Justitie een duidelijk onbehagen ten opzichte van de politiek dat dringend moet worden hersteld, zoniet gaan er problemen opduiken. Dat heeft minister van Justitie Koen Geens (CD&V) verklaard in de Kamer. Daarom wil hij volgend jaar samen met het parlement en de spelers op het terrein een soort “potpourri-wetsontwerp voorbereiden waarin wordt geprobeerd een aantal heel dringende zaken aan te pakken.
Aan het slot van zijn beleidsverklaring in de bevoegde Kamercommissie, schoof de CD&V-minister een timing naar voren waarbinnen hij aan de slag wil gaan. Wat de zeer korte termijn betreft, wees Geens erop dat hij onmiddellijk werd geconfronteerd met een heleboel budgettaire en benoemingsproblemen van onder meer de penitentiaire beambten, de rechterlijke orde, tolken en experten.
“Bij mijn aankomst op het departement heb ik in de wereld van de actoren van Justitie een zeer groot wantrouwen ten aanzien van de politiek gevonden”, ging Geens voort. Hij wilde daarvoor niemand met de vinger wijzen, maar samen met de relatie ten opzichte van de burger maakte hij gewag van een driehoeksverhouding waarbinnen iedereen iedereen wantrouwt.
“Dat is niet de meest comfortabele positie”, luidde het. Daarom moet het vertrouwen voor hem op zeer korte termijn worden teruggevonden “of er gaan hier en daar wielen aflopen”, aldus Geens. “Er is een duidelijk onbehagen op het terrein waaraan dringend moet worden geremedieerd”. Een wetsontwerp dat samen met het parlement en de actoren uit Justitie moet volgend jaar het levenslicht zien en een aantal heel dringende zaken oplossen. Daarbij liet de minister verstaan een reeks vereenvoudigingen te willen doorvoeren die de werklast van een aantal mensen moet reduceren.
Wat de middellange termijn betreft, wees Geens op de hervorming en modernisering van het Strafwetboek. “We kunnen in de 21e eeuw niet langer voort met een wetboek van begin 19e eeuw. Dat is niet meer van deze tijd”, vindt Geens. “Justitie heeft op een aantal punten de 20e eeuw overgeslagen”. Hij waarschuwde dat daabij “verschrikkelijk hard” zal moeten worden gewerkt, maar dat het ook geen zin heeft mensen aan het schrijven te zetten als er op voorhand niet weten wat de “politieke issues” zijn. Daardoor liggen er sinds 1976 en 1986 wetboeken in de schuif, ging de minister voort. “Dat wil ik in geen geval”.
Bron » VRT Nieuws