Onderzoeksrechter Jean-Marc Connerotte klopt dit weekend zijn laatste shift. Maandag, op zijn 67ste verjaardag, trekt hij de deur van zijn onderzoekskabinet definitief achter zich dicht. Ooit was hij de populairste magistraat van dit land. Maar ook de meest gefrustreerde.
Connerotte is erg geliefd bij de Belgen in 1996, het jaar waarin hij en procureur Michel Bourlet de ontvoerde Sabine en Laetitia levend terugvinden. En Julie en Melissa en An en Eefje, alle vier dood helaas. Via een opmerkzame student en een dito non zijn de speurders in het kleine gerechtsgebouw van Neufchâteau uitgekomen bij een oude bekende van het gerecht, ene Marc Dutroux. De start van een ophefmakend onderzoek waarin Connerotte en Bourlet “tot op het bot” willen gaan. “Als men ons tenminste laat doen”, dixit de procureur.
En ze hebben inderdaad nog veel volk in het vizier. Bij een operatie begin september 1996 laat Connerotte onder meer rijkswachters en speurders uit Charleroi oppakken, omdat hij meent dat Dutroux “bescherming” heeft genoten. De onderzoeksrechter opent ook een “groene lijn” waarop iedereen “informatie” kan spuien. Dat zal hem nadien allemaal niet in dank worden afgenomen.
Connerotte heeft ondertussen zelf spijt van de “geïmproviseerde” manier waarop dat toen ging, zo gaf hij onlangs toe. “Maar we zaten in een draaikolk en werkten dag en nacht.” Waar hij geen spijt van heeft, is zijn aanwezigheid eind september 1996 op de beruchte benefiet voor de slachtoffers van Dutroux. “Ik heb dat gedaan zonder erbij na te denken. In de sfeer van die drukke dagen.” Op 14 oktober van dat jaar haalt het Hof van Cassatie hem om die reden van het dossier. Het bord spaghetti is voldoende “voor een schijn van partijdigheid”.
Connerotte heeft het daar op dat moment bijzonder moeilijk mee. Hij voelt zich “gefrustreerd”, is ervan overtuigd dat hij gedwarsboomd wordt en staat onder zeer zware mentale druk. Op het proces-Dutroux in het voorjaar van 2004 licht hij een tipje van de sluier over die periode. “Ja, ik werd toen bedreigd. Tot in mijn privéleven. De druk kwam van alle kanten. Ik werd verdacht gemaakt.” Omdat de magistraat ontdekt had dat de toenmalige rijkswacht verschrikkelijke fouten had gemaakt en Dutroux daardoor kon begaan? “Daar kan ik niet precies op antwoorden”, stamelt de onderzoeksrechter.
De achterdocht waar Connerotte in die zware periode mee kampt, heeft hem niet zomaar in zijn greep gekregen. Ze valt te verklaren uit wat voorafging. Als magistraat is Connerotte, geboren in 1948, eerder een late roeping. Hij studeert eerst filosofie en letteren. Met dat diploma op zak trekt hij naar Australië om er Franse les te geven. Na zijn terugkeer studeert hij rechten en is hij negen jaar actief als advocaat aan de balie van Doornik. Pas midden jaren 80 solliciteert hij voor een job als magistraat. Het wordt onderzoeksrechter in zijn geboortestadje Neufchâteau.
Daar gebeurt weinig ophefmakends. Tot er eind 1991 een tip binnenrolt over gestolen waardepapieren. De aandelenzwendel situeert zich op het kabinet van toenmalig Waals PS-minister Alain Van der Biest. In de loop van dat onderzoek bekent een van de verdachten, spijtoptant Carlo Todarello, dat de zwendelaars ook de moordenaars van André Cools zijn. Die is de zomer voordien doodgeschoten.
Hoewel dat onderzoek in Luik volledig vastzit, doet men daar niks met de informatie uit Neufchâteau die achteraf blijkt te kloppen. Er ontbrandt een regelrechte guerre des juges tussen Connerotte en zijn mediagenieke Luikse collega Veronique Ancia. In 1994 haalt het Hof van Cassatie Connerotte van beide zaken. Op bevel van justitieminister Melchior Wathelet Sr., zo zal de onderzoeksrechter snerend getuigen op het assisenproces tegen de moordenaars van Cools, eind 2003.
Maar uiteindelijk is le juge net iets te epicurisch aangelegd om zijn leven in de diepe Ardennen door dit soort zaken te laten vergallen. Eens alle stormen gaan liggen zijn – hij is er ondertussen zelf ook van overtuigd dat in de zaak-Dutroux de onderste steen is boven gehaald – werkt Connerotte nog jarenlang verder als onderzoeksrechter in Neufchâteau. Af en toe duikt zijn naam nog op in geruchtmakende dossiers, zoals de vreselijke pedofiliezaak in het dropje Sainte-Ode (2001) of die van ‘B&B-moordenaar’ Etienne Dedroog.
Voortaan zal Jean-Marc Connerotte zijn tijd verdelen tussen zijn huis in Lacuisine en zijn buitenverblijf in de Drôme, de geboortestreek van zijn Franse vrouw. Maar eerst staat in september New York op het programma met zijn pas afgestudeerde dochter.
Bron » De Morgen