Broer Eefje spreekt voor het eerst: “Voor mij is Dutroux geen geïsoleerde pervert”

Volgende week zal het op de kop af twintig jaar geleden zijn dat An Marchal en Eefje Lambrecks ontvoerd werden. Leendert, de broer van Eefje, was op dat moment 12 jaar. Een jaar later zou ze teruggevonden worden, begraven in de tuin van het huis van Marc Dutroux. In Humo praat Leendert voor het eerst over hoe hij haar verdwijning beleefd heeft.

“Ik herinner me nog heel weinig uit die periode. Er zitten wel flarden in mijn hoofd, maar ik heb het nooit op een rijtje kunnen zetten. Ik heb al die jaren als een zombie geleefd. Pas op mijn 18de ben ik weer wakker geworden, heb ik het gevoel.”

“Gek genoeg heb ik een klik kunnen maken dankzij ‘The Voice Kids’. Ik zag een deelneemster, Fiona, die me erg aan mijn zus deed denken. Ik ben toen een paar weken totaal van de kaart geweest. Ik heb ook veel geweend, dat had ik voordien nooit gedaan. Het klinkt misschien gek, maar toen ik Fiona zag kreeg ik opnieuw het gevoel dat ik had toen ik bij Eefje was.”

“Wat ik niet begrijp, is hoe politie en justitie in dit dossier gehandeld hebben. Dutroux is voorwaardelijk vrijgekomen door een onbegrijpelijke beslissing van de toenmalige minister van Justitie Melchior Wathelet. Had de minister neen gezegd, dan was Dutroux in de gevangenis gebleven en zou mijn zus er nu nog zijn.”

“Ook haar verdwijning aan zee is nooit goed onderzocht geweest. We weten niet eens welk traject An en Eefje precies afgelegd hebben. Dutroux en Michel Lelièvre spreken elkaar daarover tegen, er is op geen enkel vlak helderheid. In het hele dossier-Dutroux is zelfs sprake van dertig dode getuigen! Hoe kan zoiets? Wat zit daarachter? Hoever reikt het allemaal? Voor mijn gevoel is Dutroux geen geïsoleerde pervert. Ik denk dat er meer achter zit”, besluit Leendert.

Bron » De Morgen

Vaak belaagd, nooit gekraakt

Onderzoeksrechter Jean-Marc Connerotte klopt dit weekend zijn laatste shift. Maandag, op zijn 67ste verjaardag, trekt hij de deur van zijn onderzoekskabinet definitief achter zich dicht. Ooit was hij de populairste magistraat van dit land. Maar ook de meest gefrustreerde.

Connerotte is erg geliefd bij de Belgen in 1996, het jaar waarin hij en procureur Michel Bourlet de ontvoerde Sabine en Laetitia levend terugvinden. En Julie en Melissa en An en Eefje, alle vier dood helaas. Via een opmerkzame student en een dito non zijn de speurders in het kleine gerechtsgebouw van Neufchâteau uitgekomen bij een oude bekende van het gerecht, ene Marc Dutroux. De start van een ophefmakend onderzoek waarin Connerotte en Bourlet “tot op het bot” willen gaan. “Als men ons tenminste laat doen”, dixit de procureur.

En ze hebben inderdaad nog veel volk in het vizier. Bij een operatie begin september 1996 laat Connerotte onder meer rijkswachters en speurders uit Charleroi oppakken, omdat hij meent dat Dutroux “bescherming” heeft genoten. De onderzoeksrechter opent ook een “groene lijn” waarop iedereen “informatie” kan spuien. Dat zal hem nadien allemaal niet in dank worden afgenomen.

Connerotte heeft ondertussen zelf spijt van de “geïmproviseerde” manier waarop dat toen ging, zo gaf hij onlangs toe. “Maar we zaten in een draaikolk en werkten dag en nacht.” Waar hij geen spijt van heeft, is zijn aanwezigheid eind september 1996 op de beruchte benefiet voor de slachtoffers van Dutroux. “Ik heb dat gedaan zonder erbij na te denken. In de sfeer van die drukke dagen.” Op 14 oktober van dat jaar haalt het Hof van Cassatie hem om die reden van het dossier. Het bord spaghetti is voldoende “voor een schijn van partijdigheid”.

Connerotte heeft het daar op dat moment bijzonder moeilijk mee. Hij voelt zich “gefrustreerd”, is ervan overtuigd dat hij gedwarsboomd wordt en staat onder zeer zware mentale druk. Op het proces-Dutroux in het voorjaar van 2004 licht hij een tipje van de sluier over die periode. “Ja, ik werd toen bedreigd. Tot in mijn privéleven. De druk kwam van alle kanten. Ik werd verdacht gemaakt.” Omdat de magistraat ontdekt had dat de toenmalige rijkswacht verschrikkelijke fouten had gemaakt en Dutroux daardoor kon begaan? “Daar kan ik niet precies op antwoorden”, stamelt de onderzoeksrechter.

De achterdocht waar Connerotte in die zware periode mee kampt, heeft hem niet zomaar in zijn greep gekregen. Ze valt te verklaren uit wat voorafging. Als magistraat is Connerotte, geboren in 1948, eerder een late roeping. Hij studeert eerst filosofie en letteren. Met dat diploma op zak trekt hij naar Australië om er Franse les te geven. Na zijn terugkeer studeert hij rechten en is hij negen jaar actief als advocaat aan de balie van Doornik. Pas midden jaren 80 solliciteert hij voor een job als magistraat. Het wordt onderzoeksrechter in zijn geboortestadje Neufchâteau.

Daar gebeurt weinig ophefmakends. Tot er eind 1991 een tip binnenrolt over gestolen waardepapieren. De aandelenzwendel situeert zich op het kabinet van toenmalig Waals PS-minister Alain Van der Biest. In de loop van dat onderzoek bekent een van de verdachten, spijtoptant Carlo Todarello, dat de zwendelaars ook de moordenaars van André Cools zijn. Die is de zomer voordien doodgeschoten.

Hoewel dat onderzoek in Luik volledig vastzit, doet men daar niks met de informatie uit Neufchâteau die achteraf blijkt te kloppen. Er ontbrandt een regelrechte guerre des juges tussen Connerotte en zijn mediagenieke Luikse collega Veronique Ancia. In 1994 haalt het Hof van Cassatie Connerotte van beide zaken. Op bevel van justitieminister Melchior Wathelet Sr., zo zal de onderzoeksrechter snerend getuigen op het assisenproces tegen de moordenaars van Cools, eind 2003.

Maar uiteindelijk is le juge net iets te epicurisch aangelegd om zijn leven in de diepe Ardennen door dit soort zaken te laten vergallen. Eens alle stormen gaan liggen zijn – hij is er ondertussen zelf ook van overtuigd dat in de zaak-Dutroux de onderste steen is boven gehaald – werkt Connerotte nog jarenlang verder als onderzoeksrechter in Neufchâteau. Af en toe duikt zijn naam nog op in geruchtmakende dossiers, zoals de vreselijke pedofiliezaak in het dropje Sainte-Ode (2001) of die van ‘B&B-moordenaar’ Etienne Dedroog.

Voortaan zal Jean-Marc Connerotte zijn tijd verdelen tussen zijn huis in Lacuisine en zijn buitenverblijf in de Drôme, de geboortestreek van zijn Franse vrouw. Maar eerst staat in september New York op het programma met zijn pas afgestudeerde dochter.

Bron » De Morgen

“Had ik die wapens van de Bende maar nooit gevonden”

“Ik heb ongeveer alle watertjes doorzwommen die als magistraat van eerste aanleg mogelijk zijn. Daarna heb ik telkens alles kunnen relativeren, behalve één ding: dat de minister van Justitie het onderzoek naar de Bende van Nijvel in 1990 bij mij heeft weggehaald. Dat was de doodsteek voor het onderzoek.”

Freddy Troch is in 1983 onderzoeksrechter in Dendermonde geworden. “Voor het Bende-onderzoek hadden we de cel-Delta opgericht. Dat was een schitterende periode. Onze ploeg hing goed samen. Er werd heel hard gewerkt, maar er kon ook plezier worden gemaakt. We hadden ook het gevoel dat we vooruitgang boekten.”

In 1986 doorzochten duikers in opdracht van Troch het kanaal van Ronquières. Zij hadden meer succes dan de duikers die dezelfde taak eerder al in opdracht van het parket van Nijvel hadden gedaan. “We hebben toen de wapens van de Bende gevonden”, zegt Troch.

“Maar soms denk ik dat we die beter niet hadden gevonden. We hebben ons daar later, onder meer in de parlementaire Bende-commissie, voor moeten verdedigen. Alsof die vondst iets abnormaals was. Terwijl we ons daarvoor gewoon baseerden op de pv’s van de politie. We hadden hiermee veel vijanden gemaakt, want we hadden iets gevonden wat anderen over het hoofd hadden gezien.”

Vier jaar na die vondst was daar plots die beslissing om het onderzoek volledig aan een onderzoeksrechter in Charleroi toe te vertrouwen. “Nog altijd kan niemand me vertellen van waar die beslissing kwam”, zegt Troch. “Het initiatief kwam van de toenmalige minister van Justitie, Melchior Wathelet. Naar de buitenwereld stelde hij dat voor als een stap vooruit. Hij gaf de schijn dat hij de zaken als minister in handen nam. In werkelijkheid is vanaf dan het onderzoek stilgevallen.”

Naar de echte reden voor deze beslissing is het nog altijd raden. “Het enige wat ik me kan inbeelden, is dat we onze tijd te ver vooruit waren”, zegt Freddy Troch. “We wilden met de verschillende betrokken parketten en politiediensten samenwerken. Blijkbaar hebben we daarbij op zere tenen getrapt.”

“Het blijft onbegrijpelijk dat een zaak met zoveel feiten en zoveel betrokkenen, nog altijd niet opgelost geraakt. Ik zeg niet dat wij het zeker hadden opgelost, als men ons had laten doen. Maar door de zaak van ons af te nemen, is het toen in ieder geval onderzoekstechnisch wel helemaal verbrod.”

Bron » De Standaard

Rechter Freddy Troch gaat met pensioen

Freddy Troch, ondervoorzitter in de rechtbank van eerste aanleg in Dendermonde en voormalig onderzoeksrechter in de zaak van de Bende van Nijvel, gaat met pensioen. Dat vernam Belga uit goede bron. Troch wordt eind deze maand op eigen verzoek op rust gesteld, zo blijkt uit het Staatsblad.

Troch wordt als ondervoorzitter in de rechtbank van Dendermonde en lid van de Commissie voor de Modernisering van de Rechterlijke Orde, op rust gesteld op 30 april 2011. “Hij kan zijn aanspraak op pensioen laten gelden en het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren”, schrijft het Staatsblad.

Freddy Troch werd geboren in 1950 en begon zijn loopbaan aan de balie van Dendermonde. Hij werd in 1977 benoemd tot substituut-procureur des Konings bij de rechtbank van Dendermonde en werd in 1983 onderzoeksrechter. In die functie leidde hij de cel-Delta, die speurde naar de Bende van Nijvel.

De cel zou een van de weinige successen in het dossier boeken door wapens van de Bende uit het kanaal te halen nabij het Hellend Vlak van Ronquières. Troch werd in 1990 van de zaak gehaald door tussenkomst van minister van Justitie Melchior Wathelet, waarna het dossier naar Charleroi verhuisde.

In 1993 werd Troch voorzitter van het Comité P, maar zeven jaar later keerde hij terug naar de rechtbank in Dendermonde. Sinds 2009 zetelde hij er niet langer als rechtbankvoorzitter en verhuisde hij naar de Commissie voor de Modernisering van de Rechterlijke Orde.

Bron » De Morgen

Ook Wathelet Senior minister van staat

De koning heeft op voordracht van de premier drie nieuwe ministers van staat benoemd. Ditmaal gaat het om gewezen vicepremier Melchior Wathelet Sr. (cdH), oud-minister van Defensie André Flahaut (PS) en oud-staatssecretaris Karel Poma (Open Vld).

De benoemingen komen er amper een week nadat de vorst Frank Vandenbroucke, Jos Chabert en Armand De Decker op voordracht van premier Herman Van Rompuy tot minister van staat had benoemd.

Melchior Wathelet (60) was minister van Justitie en vicepremier in de laatste regering-Martens en de eerste regering-Dehaene. Van 1995 tot 2003 was hij rechter in het Europees Hof van Justitie in Luxemburg. Hij is de vader van de huidig staatssecretaris voor Begroting, die dezelfde naam draagt.

Wathelet werd in 1973 Kamerlid. In 1980 trad hij voor het eerst toe tot een regering als staatssecretaris voor het Waals gewest in de regering Martens IV, die het net geen jaar uithield. In de regering-Martens VIII werd hij minister van Justitie en vicepremier, wat hij bleef in de regering-Dehaene I.

Hij tekende in die hoedanigheid de vervroegde vrijlating van Marc Dutroux. In de ploeg Dehaene II verhuisde hij naar Defensie, tot hij in september 1995 de Belgische rechter bij het Europees Hof van Justitie. werd. Hij bleef in functie tot oktober 2003. Sindsdien is hij actief als advocaat, gespecialiseerd in Europese dossiers.

Bron » De Morgen