De federale ministerraad heeft ingestemd met het aangepaste wetsontwerp dat telecomoperatoren verplicht om gegevens van hun klanten bij te houden.
Voor de zomer had het Grondwettelijk Hof de oude wet vernietigd. De rechters misten voldoende garanties voor de privacy. Experts waarschuwden echter meteen dat de vernietiging kwalijke gevolgen zou hebben voor de bestrijding van criminaliteit en terrorisme. Ook minister van Justitie Koen Geens liet meteen verstaan dat hij het principe van dataretentie niet overboord wou gooien.
Het nieuwe wetsontwerp, dat reeds een gunstig advies van de privacycommissie ontving, verplicht telecomoperatoren opnieuw gegevens over elektronische communicatie van klanten gedurende één jaar bij te houden. Het gaat daarbij niet om de inhoud van telefoontjes of sms’jes, wel om wie we bellen en mailen, wanneer en hoe lang.
Het nieuwe wetsontwerp versterkt de waarborgen, stelt Geens. Zo wordt de duur van de toegang tot de gegevens afhankelijk gemaakt van de straf die op het misdrijf staat. Voor gemiddelde inbreuken geldt een toegang voor de laatste zes maanden. Voor de zwaarste inbreuken kunnen de data de hele bewaartermijn geraadpleegd worden, voor kleine inbreuken is er geen toegang mogelijk.
Er is ook extra bescherming ingebouwd voor artsen en advocaten in het kader van hun beroepsgeheim. Tenslotte versterkt de nieuwe tekst de beschermingsmaatregelen bij operatoren die moeten vermijden dat er illegaal toegang tot de gegevens wordt gegeven.
Het wetsontwerp gaat nu naar de Raad van State. Nadien volgt een nieuwe lezing in de ministerraad.
Bron » De Morgen