Bende van Nijvel nog niet vergeten

Vrijdagavond 27 september 1985. De bende van Nijvel slaat toe in en rond de Delhaize van Overijse. Nu, bijna dertig jaar later, laaien de emoties opnieuw hoog op. Gisteren werd een 70-jarig bendelid alsnog opgepakt.

Ook die vrijdagavond zat België volop in de verkiezingsstrijd. Drie mannen met carnavalsmaskers stormden net voor sluitingstijd het warenhuis Delhaize binnen. Hun snelle VW Golf GTI was voordien met gierende banden de parking opgereden. Bij het uitstappen vuurden de gangsters voor de eerste maal hun riotguns leeg op de toen veertienjarige Stefaan Noté.

In het warenhuis zelf ging het moorden gewoon verder. Uiteindelijk vielen er die gruwelavond vijf slachtoffers. De moordenaars behoorden tot de Bende van Nijvel die net voordien ook al had toegeslagen in de Delhaize van Eigenbrakel. Gisteren was er dan die spectaculaire doorbraak in het onderzoek met de aanhouding van een verdachte. Het leven in Overijse stond opeens weer even stil. Oude, nooit geheelde wonden werden meteen opengereten bij de tientallen personeelsleden en klanten die op die bewuste avond in de winkel aanwezig waren.

Carnaval

Erna Van Den Steen is vandaag gepensioneerd, maar stond op die vrijdagavond aan haar vertrouwde kassa 8. “Ik zag opeens een grote man met een lange mantel staan en hij droeg een soort geweer. Ik dacht ‘dat dit toch geen tijd voor carnaval was’. Hij begon meteen te vuren in de rekken met wijnflessen en riep in het Frans dat we op de grond moesten gaan liggen, en dat ze het geld uit de kassa’s wilden. Ik stond aan het einde van de rijen met kassa’s en omdat ik even te laat was had ik ook niet opgemerkt dat onze collega Rosa aan kassa 2 ondertussen al vermoord was.”

“Een tweede man droeg een masker met het gezicht van de toenmalige Franse politicus Jacques Chirac. Hij wilde het geld uit mijn kassa. Dat verliep heel vlot, maar bij een volgende kassa kon een jonge studente niet snel genoeg de kassa openen. Ik ben daar naartoe gestapt en heb die dan zelf geopend. Blijkbaar was het naar zijn zin, want hij reageerde niet op mijn bewegingen.”

“Toen ze wegvluchtten, viel er een akelige stilte. Iedereen kroop recht, waarna we pas de ravage zagen. We hebben nog met enkele collega’s Rosa proberen te helpen, maar ze was al dood. Overal lagen lijken en liepen mensen door en over elkaar. De paniek was enorm. Ik geraakte in een trance van panische angst en heb letterlijk van de schrik in mijn broek geplast. Zoveel jaren later word ik ’s nachts nog steeds wakker, badend in het angstzweet”, geeft Erna mee.

Luc Bennekens

Lea Bogaerts werkte in de afdeling charcuterie en had bij de eerste salvo’s meteen door dat het geen grap was, maar pure horror. “Ik liet me meteen vallen bij de eerste schoten”, blikt ook Lea triest terug. “Samen met mijn collega’s, kropen we zoveel mogelijk weg achter onze toonbank. We hoorden het glasgerinkel van de flessen, de knallen van die vreselijke wapens en het gejammer en gekreun van de mensen.”

“En opeens was het voorbij. Ik kroop recht en bevond me in een hel vol met huilende en dode mensen. Ik zag Rosa liggen en herkende ook meteen mijn laatste klant die even voordien nog vrolijk vertelde dat hij eigenlijk naar de Delhaize in Waver wilde gaan met zijn vrouw, maar aangezien dat het al voorbij 20 uur was, zouden ze te laat zijn en hadden ze voor Overijse gekozen.”

“En toen zag ik de kleine Stefaan liggen en ook Luc Bennekens die op de parking verkiezingsaffiches voor zijn vader aan het plakken was. Hij was als schild naar binnen gebracht en vermoord. Het was allemaal zo irreëel, net een nachtmerrie dat nooit eindigde. Ik weet niet goed meer hoe ik thuis ben geraakt, maar volgens mijn man ben ik aan tafel gaan zitten en ben ik hysterisch beginnen gillen.”

De reus

Valerie Paternoster kwam vaak boodschappen doen op vrijdagavond. Die avond was ze in de winkel aanwezig met haar schoonzus en haar tante. “Ik stond aan de verste kassa en we moesten allemaal op de grond gaan liggen”, begint Valerie haar vreselijk verhaal. “Mijn schoonzus lag wat verder op de grond en de zogenaamde reus porde haar steeds met een voorwerp in de rug.”

“Mijn tante stond buiten en toen de gangsters voorbij renden na de overval, gristen ze haar handtas mee. Zij is die nacht bij ons blijven slapen, want ze mocht niet alleen thuis blijven van de politie. Het was misschien een voorteken, maar vorige zondag werd er nog een herdenkingsmis voor Rosa gehouden in de kerk van Huldenberg. Hopelijk is deze arrestatie nu de aanzet tot het oprollen van die hele moordenaarsbende”, besluit Valerie.

Daags na de overval ging de Delhaize van Overijse opnieuw open. De ravage was door een nachtploeg volledig opgeruimd en de zwaarbeproefde avondshift begon aan de zaterdagmorgen zoals het werkschema dat voorzag. “Dat heeft de meeste collega’s ook geholpen, want anders hadden we daar nooit geen voet meer binnengezet”, zegt Erna Van Den Steen nu.

“Sommige collega’s hebben inderdaad hun ontslag gegeven, maar het merendeel is er blijven werken. Na al die jaren zijn we Rosa, de kleine Stefaan en de andere slachtoffers echter nooit vergeten.”

Eindelijk de waarheid?

Voor al die lotgenoten die op 27 september 1985 is de arrestatie van gisteren een waar godsgeschenk. “We werden in de loop van de jaren ooit eens als getuige opgeroepen toen het dossier van Dendermonde naar Nijvel werd getransfereerd. Sommigen kregen ook de steun van een soort slachtofferhulp, maar het dossier bleef een mysterie.”

“Ik heb echter altijd gehoopt dat de dag zou komen dat minstens één van die monsters zou worden opgepakt. Ik hoop nu vurig dat deze arrestatie eindelijk voor de waarheid zal zorgen.”

Bron » Het Nieuwsblad