Michel Nihoul en zijn ex-echtgenote Annie Bouty zijn vorige week verhoord over de moord op het Brusselse meisje Christine Van Hees (16), op 13 februari 1984 in een verlaten champignonkwekerij in Oudergem. Aanleiding is de getuigenis van Pascal Lamarque, een in 1964 geboren boef die in de maanden voor de moord intensief correspondeerde met het slachtoffer.
De nooit opgehelderde moord kwam opnieuw in de belangstelling in de nasleep van de zaak-Dutroux. Dit door de getuigenis van Regina Louf (X1). Zij beweerde dat Van Hees net als zijzelf verstrikt was geraakt in de kinderprostitutie. Ze wees Nihoul en Bouty aan als (mede)daders. Verificaties van speurders in Neufchâteau toonden aan dat er destijds opvallend veel raakpunten moeten zijn geweest tussen het toen door Nihoul (en ook Marc Dutroux) gefrequenteerde milieu en de plaatsen waar Christine Van Hees uitging.
Het onderzoek werd in januari 1997 heropend maar kwam na enkele maanden in een impasse terecht door een oorlog binnen de Brusselse BOB. Het Brusselse parket koos partij voor de clan die via een procédé van ‘herlezing’ besloot dat de hele X1-hypothese op fantasie berustte. Inmiddels bleek uit intern onderzoek van de rijkswacht dat de ‘herlezers’ op grote schaal gegevens hebben vervalst. Dat kon de bevoegde parketten er, spijts aandringen van justitieminister Verwilghen, echter nog niet toe bewegen klaarheid te brengen.
In de zaak-Van Hees waren er veel bizarre toevalligheden. Op 24 maart 1997 stelde de staatsveiligheid een dossier op over zeven criminele figuren in de entourage van Nihoul en Bouty. Daarop stond ook ene Pascal Lamarque vermeld. Die zou sinds 1984 deel hebben uitgemaakt een sekteachtige groep rond ex-advocate Bouty. Het dossier werd overgemaakt aan de onderzoeksleiders in Brussel en Neufchâteau, maar niet gelezen. Het duurde tot eind 1999 voor iemand erop wees wie die Lamarque was. Hij leerde Christine Van Hees in 1983 kennen. Na haar dood werden in haar kamer negen brieven teruggevonden van hem. Zelf schreef ze er minstens vier. De brieven bevatten een hoop intrigerende passages waaruit dat blijkt dat beide tieners een aantal geheimen deelden.
Bijna gelijktijdig met de publicatie van het boek De X-Dossiers, waarin het bizarre verband werd geopenbaard, vluchtte Pascal Lamarque weg uit de gevangenis van Doornik, waar hij een straf wegens geweldplegingen uitzat. Ook dat kon het Brusselse parket er vorig jaar niet van overtuigen dat hij mogelijk een interessante getuige kon zijn. (Een getuige in de zaak-Van Hees heet ook Lamarque en op het parket werden de twee namen blijkbaar met elkaar verward.)
Ruim drie jaar na het rapport van de staatsveiligheid is Lamarque dan toch verhoord, zo meldde La Dernière Heure gisteren. Ofwel, zo is de algemene indruk, is zijn relaas geïnspireerd op publicaties in de media over X1, ofwel is hier een kroongetuige aan het woord. Lamarque, die blijkbaar verliefd was op Van Hees, zegt dat Nihoul hem in 1984 opbiechtte dat het meisje werd vermoord door… Bouty. Het motief, zegt hij, was jaloezie. Net als Regina Louf zegt ook Lamarque dat Nihoul “iets had” met het meisje. Na haar dood, aldus Lamarque, ontmoette hij Nihoul in een café en eiste hij onder bedreiging van een wapen dat die “de waarheid” zou vertellen.
Of dit nu kan leiden tot een herlancering van de X1-piste in het moordonderzoek is twijfelachtig. Onderzoeksrechter Damien Vandermeersch liet Nihoul en Bouty al verhoren. Zij doen het relaas van Lamarque af als pure nonsens. Volgens Nihoul zijn enkele details in de getuigenis aantoonbaar fout. Lamarque liet onder meer optekenen dat Nihoul in 1984 Gitanes rookte, daar waar Nihoul in La Dernière Heure aanvoert dat hij toen “alleen sigaren” rookte. Voorts benadrukt Nihoul dat hij al in 1982 scheidde van Bouty en er twee jaar later moeilijk nog sprake kon zijn van jaloezie. Anderzijds blijkt dat het erg in het echangisten-milieu actieve koppel tot een eind in de jaren negentig samen voor een “juridisch adviesbureau” werkte en tot 1996 nagenoeg samenwoonde in hetzelfde appartementsgebouw.
Nihoul ontkent niet dat hij Lamarque ooit kende, maar zegt dat hij hem sinds 1982 niet meer heeft gezien. Lamarque moet toen zeventien jaar zijn geweest.