Computers hacken, camera’s in woningen plaatsen: sinds februari gebruikte de Staatsveiligheid al 417 keer ‘nieuwe’ inlichtingenmethoden bij geheime operaties. Advocaat Raf Jespers uit zijn bezorgdheid over het gebrek aan transparantie.
Vóór de BIM-wet beperkte de Staatsveiligheid zich tot het ‘klassieke’ inlichtingenwerk: gebruik van informanten, schaduwen van personen, en gegevens van derden. Sindsdien stellen de ‘specifieke’ en ‘uitzonderlijke’ methoden de Staatsveiligheid in staat om telefoonnummers te identificeren, maar ook om camera’s in woningen te plaatsen, telefoongesprekken af te luisteren of fictieve bedrijven op te richten. De Staatsveiligheid maakte er sinds februari gretig gebruik van: 417 keer, om precies te zijn.
Alain Winants, de administrateur-generaal van de Staatsveiligheid, drukt bekommernissen over Big Brother-taferelen de kop in. “Al onze acties situeren zich binnen een beperkt wettelijk kader, zoals onder meer de dreiging van terrorisme, extremisme of spionage. We viseren Jan met de pet dus helemaal niet. Bovendien zien het Comité I (dat de inlichtingendiensten controleert, NS) en een commissie van drie onafhankelijke magistraten toe op het gebruik van de nieuwe methoden.”
De chef Staatsveiligheid drukt erop dat de nieuwe inlichtingenmethoden hun nut volop bewijzen, zonder evenwel in detail te willen treden over de resultaten. “Veelgebruikt is de identificatie van telefoonnummers. Aan wie behoort een telefoonnummer toe, wie belt met wie? Op die manier leggen we netwerken bloot.”
Rekbare begrippen
Raf Jespers, advocaat van Progress Laywers Network, een netwerk van advocatenkantoren met vestigingen in Antwerpen en Brussel, ziet één groot probleem rond die verregaande bijzondere inlichtingen. “We weten niets over het hoe en waarom, tegen wie gebruikt, met welk resultaat, enzovoort. Wettelijk is de Staatsveiligheid onder meer bevoegd om extremisme en radicalisme in de gaten te houden. Maar precies omdat dat erg rekbare begrippen zijn, bestaat het gevaar dat bonafide ngo’s en vakbondsdelegaties te maken krijgen met telefoontap of hacken van computers.”
Jespers ijvert er dan ook voor dat het federale parlement die BIM-wet om het anderhalf à twee jaar kritisch tegen het licht houdt. “Ik denk aan een verplicht rapport, dat duidelijk stelt wat er allemaal bereikt is. Doe je dat niet, dan loop je het risico dat de Staatsveiligheid een staat binnen de staat wordt.”
Het Comité I laat tot slot weten volgend jaar een balans op te maken over de nieuwe methoden om inlichtingen in te winnen.
Bron » De Morgen