PS kant zich tegen creatie van nationaal parket

De parlementaire Bende-commissie keurde gisteren haar eindrapport goed. Zeven commissieleden stemden voor; VLD en PRL onthielden zich. Het Vlaams Blok stemde tegen. De PS stemde wel voor het eindrapport, maar liet in de notulen opnemen dat ze tegen een federaal parket is, zoals in het rapport wordt aanbevolen. Daarmee is de creatie van een federaal parket zo goed als uitgesloten. Naast een aantal aanbevelingen, doet de commissie in het eindrapport ook een aantal vaststellingen over het Bende-onderzoek. Veel meer dan het afschieten van een aantal sporen, wordt het evenwel niet.

De Bende-commissie-bis was de hele dag in conclaaf voor de bespreking van haar eindrapport. Dat rapport bevat twee grote luiken. Een eerste bevat structurele aanbevelingen, een tweede de eindconclusies over het dossier zelf. Afgesproken was dat de primeur van het eindrapport voorbehouden zou zijn voor de plenaire vergadering van de kamer van volksvertegenwoordigers die volgende week is gepland, maar andermaal leek één van de leden zich daar niet aan kunnen houden.

Commissievoorzitter Tony van Parys moest dinsdagochtend vaststellen dat Het Laatste Nieuws al twee belangrijke elementen uit het rapport had weten te achterhalen. Het gaat om punten uit een voorlopig eindrapport. Over een definitieve tekst moest gisteren nog worden gestemd. Wegens het vroegtijdige lek opende een boze Van Parys de vergadering dan ook met felle uitbrander aan het adres van de commissieleden.

Het belangrijkste element betreft de aanbeveling van de commissie voor het oprichten van een federaal parket dat zich zou bezighouden met grote onderzoeken als dat van de Bende van Nijvel. Dat voorzitter Tony van Parys de idee van een federaal parket in het voorlopige rapport had laten opnemen, is wel opvallend. In vroegere interviews zei Van Parys niet echt gewonnen te zijn voor een nationaal parket. Eerder dan de oprichting van zo’n federaal parket, pleitte hij voor een betere coördinatie van de verschillende bestaande parketten. In tegenstelling tot het CVP-standpunt was de SP wel voor de oprichting van een federaal parket.

De ontwerptekst die aan de commissie werd voorgelegd, poogt de beide standpunten te verzoenen. Enerzijds werd gepleit voor de oprichting van een federaal parket, maar anderzijds stelde de tekst dat dit nationale parket in hoofdzaak zou belast zijn met een coördinerende taak. Dat is echter een taak die – na de eerste Bende-commissie in 1989 – al aan twee nationale magistraten werd toegekend. De commissie-bis zou nu een stapje verder willen gaan. Voor uitzonderlijk zware dossiers zou de bevoegdheid van de nationale magistraten kunnen worden uitgebreid en zou een federale onderzoeksrechter benoemd kunnen worden.

Het punt over het federaal parket is het belangrijkste punt uit de aanbevelingen, maar werd gisterenavond bij de stemming dus afgeschoten door de PS. Over de politiestructuur zouden mogelijk de besluiten van de commissie-Dutroux worden overgenomen.

Lekken

Ook in verband met de besluiten was er geen eensgezindheid. Over de vaststellingen zijn de belangrijkste punten eerder al uitgelekt. Zo wist De Standaard enkele weken geleden te melden dat de commissie een aantal gevolgde sporen naar het rijk der fabelen wil verwijzen. Zo wordt het extreem-rechtse spoor afgeschoten.

De commissie is trouwens van oordeel dat daar voldoende – en zelfs te veel – onderzoek is naar gevoerd. Hetzelfde geldt voor de zedendossiers (Roze Balletten, de prostitutiekring van Fortunato Israël, enzovoort). Er werd eveneens degelijk onderzoek gevoerd naar de Bende-slachtoffers, aldus het rapport. Met de verhuizing van het Bende-dossier van Dendermonde naar Charleroi was er geen vuiltje aan de lucht.

Deze conclusies lekten allemaal al uit. Nu blijkt dat het eindrapport met een brede bocht omheen de verantwoordelijkheden gaat voor het falen van het Bende-onderzoek. In tegenstelling tot de conclusies van de commissie-Verwilghen wordt niemand bij naam vermeld. Het rapport beperkt zich dan ook tot anekdotes over het schrijnend gebrek aan middelen die de speurders ter beschikking hebben gekregen. De verantwoordelijkheid daarvoor wordt niet meegegeven.

De Bende-commissie startte haar werkzaamheden op basis van een analyse van de publiek gemaakte grieven. Zo werden zes deeldossiers afgezonderd. De commissie deed maar weinig moeite om deze dossiers te duiden en te zoeken naar een eventuele samenhang tussen deze dossiers.

Enkele keren gebeurde dat tijdens de getuigenissen van onder meer de ex-rijkswachters Bihay en Balfroid en de Brusselse substituut Jean-François Godbille. Hun verhaal komt in het rapport zeer afgezwakt aan bod.

Het enige wat de commissie wel meegeeft is dat de Bende-speurders zich misschien best zouden concentreren op de grote bendes (De Staerke, Haemers…) die in de achtig in midden-België actief waren.

Bron » De Tijd | René De Witte