Liga voor Mensenrechten naar Grondwettelijk Hof omdat politie te veel data over ons bijhoudt

De Liga voor Mensenrechten en haar Franstalige zusterorganisatie stappen naar het Grondwettelijk Hof tegen de nieuwe wet op het politioneel informatiebeheer, die onder meer de opslag van persoonsgegevens in de Algemene Nationale Gegevensbank van de politie regelt.

Hoewel de mensenrechtenorganisaties de nieuwe wet een ’verbetering’ noemen ten opzichte van de huidige regelgeving rond politionele databanken, zien ze ook een aantal ‘slordigheden’ die de politie een bijna onbegrensde bevoegdheid tot datavergaring toekent. Dat meldt de Liga donderdag in een persbericht.

Zo worden gegevens van personen die worden vrijgesproken niet automatisch gewist. Het risico bestaat dus dat men bij de politie geregistreerd blijft voor een misdrijf, zelfs wanneer men door het gerecht voor dat feit werd vrijgesproken. Hiervoor moet een wisprocedure voorzien worden, aldus de organisatie.

Verder is er volgens de Liga geen degelijke regeling over hoe de opslag van gegevens van bestuurlijke politie moet gebeuren. Elke vorm van zogezegde ‘overlast’ kan aanleiding geven tot langdurige gegevensbewaring in de databanken van de federale politie. Vage begrippen hebben tot gevolg dat eenieder (getuigen, omstanders, slachtoffers, betrokkenen, …) het voorwerp kunnen vormen van de bewaring en exploitatie van de bewaarde persoonsgegevens.

Er is ook onvoldoende controle op de opslag en vernietiging van de gegevens. Enkel de toegang tot de gegevens is voorbehouden aan een controleorgaan, maar de onafhankelijkheid van dat orgaan is niet gegarandeerd. Dit is in strijd met artikel 8 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens.

Daarnaast is ook de bewaringstermijn onredelijk lang. Een archiveringstijd van 30 jaar is in strijd met wat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens als redelijk beschouwt, stelt de Liga.

Tot slot voorziet de wet in een zeer ruime mogelijkheid om minderjarigen te registreren. De registratie in de ANG van een minderjarige tussen 14 en 18 jaar, gebeurt zonder toestemming van een magistraat.

Dit is strijdig met het internationaal recht, dat bepaalt dat een minderjarige niet als een volwassene mag worden behandeld. Een stommiteit die een jongere op 15-jarige leeftijd beging, kan hem aldus blijven achtervolgen wanneer hij op 25-jarige leeftijd gaat solliciteren.

Op basis van deze argumenten vragen de mensenrechtenorganisaties dat het Grondwettelijk Hof deze wet geheel of gedeeltelijk vernietigt.

Bron » De Standaard