Jean Deprêtre, sinds maart procureur des konings bij het parket van Nijvel dat een tijdlang belast was met het onderzoek naar de beruchte Bende van Nijvel, staat aan felle kritiek bloot. Uit de Volksunie-hoek wordt zelfs aangedrongen op zijn ontslag. Deprêtre wordt verweten dat hij onbekwaam zou zijn, dat hij druk zou hebben uitgeoefend op onderzoeksrechters in verband met bepaalde dossiers, dat hij het onderzoek naar de Bende van Nijvel opzettelijk in een verkeerde richting zou hebben gestuurd en dat hij tegen de heropening van het dossier Latinus zou zijn geweest.
Procureur des konings Jean Deprêtre begrijpt die kritiek niet. Volgens hem gaat hem om afrekening. De gerechtelijke politie blijft hem steunen en oppert dat Deprêtre het slachtoffer is van duistere machinaties. Voor de Commissie tegen banditisme en terrorisme getuigden GP-commissaris Glimes en procureur-generaal emeritus Van Honsté dat op de procureur des Konings niets aan te merken is, dat hij steeds correct is opgetreden. Ook anderen twijfelen niet aan zijn beroepsernst, zijn vakkennis, zijn vurig streven om de misdaden van de Bende van Nijvel op te lossen. Het zou Deprêtre echter ontbreken aan middelen en manschappen om resultaten te boeken.
Jean Deprêtre werd in 1935 geboren in Rebecq in Waals-Brabant. Hij heeft drie kinderen. Zijn dochter Claire-Anne overleed drie jaar geleden aan kanker. Ze was 24 jaar. Zoon Dominique, nu 30, is freelance journalist en dochter Thérèse, vooraan in de twintig, studeert architectuur.
Deprêtre volgde de humaniora aan het Sint-Augustinusinstituut in Edingen, waarna hij twee jaar studeerde aan de faculteit van Namen en drie jaar aan de universiteit in Leuven waar hij het diploma van doctor in de rechten behaalde. Hij is bovendien licentiaat in de criminologie. In 1959 werd hij advocaat bij de balie van Brussel.
Toen hij in 1961 onder de wapens werd geroepen kwam hij bij de “contra-intelligence” en klopte er een jaar dienst. In maart 1969 werd hij benoemd tot substituut bij het parket van Brussel en tien jaar later werd Jean Deprêtre eerste substituut.
Call-glrls
Als substituut bij het parket van Brussel rolde hij het call-girlnet van Lydia Montaricourt op. Een van de call-girls van toen is Maud Sarr die midden februari in het VTM-journaal verklaarde dat notabelen en beëdigde personen aan de seksfuiven deelnamen. Een van hen zou Jean Deprêtre zijn geweest. Tot nog toe heeft de Nijvelse procureur des konings geen klacht ingediend tegen de gewezen prostituée. Hij zou daarvoor de resultaten van het onderzoek terzake afwachten.
Jean Deprêtre, wiens hobby het parket is en die supporter is van voetbalclub Union Sint-Gillis, ontkent ten stelligste dat hij het Bende-onderzoek zou hebben gemanipuleerd. Zijn ondergeschikten beweren met de hand op het hart dat hij hen altijd heeft aangespoord om in elke richting te zoeken. Ook de politieke piste en die van uiterst-rechts.
De Nijvelse procureur des konings is praktiserend katholiek. Hij ontkent evenwel lid te zijn van de PSC of van Opus Dei, zoals sommigen hebben beweerd. Wel klopt het bericht dat hij vroeger zijn auto, een Opel, liet nazien of herstellen in de garage van iemand die later werd aangehouden in verband met de bende van Philippe De Staerke. Die garagehouder werd beschuldigd van het maken van valse autodocumenten en valse identiteitskaarten. ”Maar”, zegt de procureur des konings, ”toen ik in die garage kwam was ik niet op de hoogte van de praktijken van de man”.
Oplossing
Procureur des konings Deprêtre ontkent niet zwaar aangeslagen te zijn door de verklaringen van sommige parlementsleden. Hij noemt het grotesk dat geïnsinueerd wordt dat de Bende van Nijvel zou gedirigeerd zijn door Opus Dei. Aan vrienden heeft hij toevertrouwd dat het mysterie rond de Bendevan Nijvel eens zal worden opgelost. Waarop hij zich daarvoor baseert, verzweeg hij.
Procureur des Konings Jean Deprêtre wil (voorlopig) geen enkele publieke verklaring afleggen, ook niet over het Latinus-dossier.
Einde november 1988 getuigde Jean Deprêtre voor de parlementaire onderzoekscommissie en verklaarde dat, toen hij in 1980 procureur des konings in Nijvel werd, hij vaststelde dat in zijn arrondissement de toename van de delinquentie groter was dan elders in het land. Het arrondisement Nijvel, aldus Deprêtre, is een van de rijkste streken van het land geworden. Dat trekt de misdadigers aan.
In een rapport van 9 maart 1981, bestemd voor het departement van Justitie – toen was er nog geen sprake van de Bende van Nijvel – maakte de procureur zich zorgen over de toekomst van zijn arrondissement waar de onveiligheid ’s nachts door de criminelen zou worden uitgebuit. In de nacht 17 september 1983 werden bij Colruyt in Nijvel drie mensen dood geschoten door bandieten. Na die misdaad kwamen de gangsters aan hun naam: de Bende van Nijvel.
Aan de parlementaire onderzoekscommissie zei de procureur des konings dat pas in oktober 1983 het gerecht er achter kwam dat de misdaden bij Colruyt, in restaurant ”Les Trois Canards” in Ohain, in de Delhaize en in “Auberge du Chevalier” in Beersel, in de Delhaize in Genval en in de Colruyt in Halle door dezelfde bende werden gepleegd. Ballistisch onderzoek wees uit dat de wapens die toen werden gebruikt dezelfde waren als bij de moordpartijen in de Delhaize-warenhuizen in Eigenbrakel, Overijse en Aalst.
Jean Deprêtre wees tijdens zijn getuigenis op het feit dat op zeker ogenblik het onderzoek naar de Bende van Nijvel was toevertrouwd aan vier onderzoeksrechters.
Bron » Gazet van Antwerpen