Professoren lichten op vraag van De Clerck Bende-onderzoek door

Minister van Justitie Stefaan de Clerck heeft aan de Leuvense professoren Fijnaut en Verstraeten gevraagd een gedetailleerde analyse te maken van de pijnpunten uit de historiek van het Bende-onderzoek. Ondertussen blijft dat gerechtelijk onderzoek wel in handen van het parket van Charleroi.

Hebben sommige gerechtelijke onderzoekers zich tijdens het onderzoek naar de ‘Bende van Nijvel’ al dan niet bewust schuldig gemaakt aan ‘fouten, manipulaties of schendingen van de rechten van de burgerlijke partijen’? Nadat de tiende verjaardag van de laatste aan de bende toegeschreven overval, een nieuwe stroom van hypotheses en verklaringen op gang heeft gebracht, vond ook minister van Justitie De Clerck dat de tijd rijp was voor een initiatief dat wat meer klaarheid in de zaak moet brengen.

Pijnpunten

Gisteren kondigde hij aan dat de Leuvense criminoloog Cyrille Fijnaut en zijn collega Raf Verstraeten (strafrechtvordering) gevraagd is een doorlichting te maken van alle pijnpunten in het onderzoek. Volgens de minister is deze ‘enquête van de enquête’ er gekomen in volle samenspraak met het college van procureurs-generaal. De wetenschappers zullen kunnen rekenen op de volle medewerking van het gerecht. Ze krijgen toegang tot alle documenten die ze dienstig achten en kunnen iedereen, van wie ze dit wenselijk achten, ondervragen.

Hun besluiten kunnen dienen als basis voor een bijsturing van het onderzoek en eventueel zelfs van een hervorming ten gronde van de strafrechtelijke onderzoeksprocedures. Maar in afwachting daarvan ziet de minister geen enkele reden om in te grijpen in het lopende Bende-onderzoek. Dat blijft in Charleroi.

‘De onderzoekers in Charleroi blijven mijn vertrouwen genieten. Tegen hen heb ik geen concrete klachten ontvangen.’ Op de vraag van een aantal nabestaanden van slachtoffers voor de benoeming van een ‘nationale magistraat’, die liefst de gewezen Dendermondse onderzoeksrechter Freddy Troch zou zijn, wordt niet ingegaan. Volgens de minister is dit zowel om juridische als om persoonlijke redenen onhaalbaar.

Wel vindt De Clerck dat zich nu reeds een aantal maatregelen opdringt om de efficiëntie van het gerechtelijk opsporingswerk te verhogen. Zo wil hij bij de benoeming van onderzoeksrechters en parketmagistraten een striktere selectie nastreven. Ook aan de (bij)scholing moet dringend iets veranderen.

Primeur

De benoeming van een wetenschappelijke ploeg die een gerechtelijk onderzoek gaat doorlichten is een ‘primeur’ voor ons land. Maar veel waarnemers wijzen er ook op dat het antwoord op heel wat onbeantwoorde vragen in het Bende-onderzoek niet zozeer bij het gerecht dan wel bij politie- en inlichtingendiensten, zoals rijkswacht en staatsveiligheid, moet gezocht worden. Het is zeer onzeker of de professoren ook daar op volle medewerking zullen kunnen rekenen.

Bron » De Tijd