De raadkamer stelt Philippe De Staerke (42) op 30 mei buiten vervolging in het dossier van de Bende van Nijvel. De Staerke werd in maart 1986 door onderzoeksrechter Freddy Troch in Dendermonde in verdenking gesteld voor de overval op het Delhaize-warenhuis van Aalst op 9 november 1985. Daarbij vielen acht doden. Een kaakslag voor de nabestaanden”, zegt Marie-Jeanne Callebaut, weduwe van de in Aalst doodgeschoten Jan Paelsterman. “De Staerke heeft toch ooit bekend dat hij 28 was en 28 doden op zijn geweten had?”
“Er kleeft geen bloed aan zijn handen”, herhaalde gisteren meester Thierry Delobel, de advocaat van De Staerke. De speurders hebben geen bewijzen van het tegendeel gevonden. “Op 30 mei valt het doek over het Bende-dossier. Het telt 2 miljoen bladzijden. Dat is een stapel van acht verdiepingen hoog. Allemaal voor niets geweest”, aldus meester Peter Callebaut.
Meester Callebaut: “Toen het Bende-dossier elf jaar geleden van Dendermonde naar Charleroi werd overgeheveld, was het onderzoek ten dode opgeschreven. Met de vaststelling dat niets tegen Philippe De Staerke bewezen kan worden en dat hij op 30 mei waarschijnlijk buiten vervolging wordt gesteld, wordt het dossier gecremeerd. Wij zullen Cassatie vragen alles nietig te verklaren wat sinds 1990 is ondernomen en het onderzoek terug te sturen naar Dendermonde.”
Marie-Jeanne Callebaut (54) en haar advocaat Peter Callebaut zijn allebei diep teleurgesteld door het resultaat van het tweede onderzoek naar de overvallen van de Bende van Nijvel dat in Jumet gevoerd werd. De man van Marie-Jeanne Callebaut werd op zaterdag 9 november 1985 op het parkeerterrein van de Delhaize in Aalst in zijn auto doodgeschoten. Hij was die avond één van de acht slachtoffers van de Bende. De bloedige raids van de Bende hebben tussen 1982 en 1985 aan 29 personen het leven gekost.
“Ik ben er rotsvast van overtuigd dat Philippe De Staerke op een of andere manier bij de overval van Aalst betrokken was. Dat blijkt uit heel wat getuigenissen en aanwijzingen. Telkens weer krijgen wij van de onderzoekers echter te horen dat er wel aanwijzingen zijn, maar geen bewijzen. Het is om moedeloos van te worden, maar ik laat het er niet bij. Zelfs als ze De Staerke laten gaan, zal ik de nodige initiatieven nemen om mijn inlichtingen hard te maken”, aldus een verbazend strijdlustig gebleven mevrouw Callebaut.
“Ik begrijp er niets van. België beschikt over 40.000 politiemannen. Twee parketten en twee parlementaire commissies hebben zich over het Bende-dossier gebogen. Zestien jaar na de feiten staat men op het punt de enige verdachte ooit in deze zaak ondanks heel wat aanwijzingen toch vrij te laten. Dit is een schoolvoorbeeld van een ongelooflijk falen”, vindt meester Callebaut.
En de advocaat laat het er ook niet bij: “Ik heb de raadkamer gezegd dat het dossier in 1990 op een onwettelijke manier naar Charleroi is overgeheveld. De raadkamer in Dendermonde gaf ons destijds gelijk om de zaak daar voort te zetten, maar het parket heeft beroep aangetekend en toen heeft de kamer van inbeschuldigingstelling (KI) de zaak doorgestuurd naar Charleroi als een soort van ordemaatregel.”
“Dat staat nergens in de wet geschreven. Wij zijn toen door de KI zelfs niet gehoord. Een kaakslag voor de rechten van de verdediging. In dit dossier werden de regels van de procedure in die mate met voeten getreden, dat, als er nog een verdachte gevonden zou worden, hij nooit voor assisen zou komen. De eerste de beste advocaat veegt zo’n vordering moeiteloos van tafel.” Philippe De Staerke zelf was gisteren niet aanwezig.
Bron » De Standaard