In de kamercommissie Justitie waren alle partijen, behalve de Franstalige socialisten, het er gistermorgen over eens om ‘eerstdaags’ te beginnen met het uitwerken van een regeling voor de spijtoptanten. Maar de schaduw van PS-voorzitter Di Rupo is blijkbaar erg lang, want in de namiddag trok commissievoorzitter Fred Erdman discreet aan de handrem.
Onmiddellijk na de herfstvakantie zal de kamercommissie Justitie een tijdschema opstellen voor alle teksten die dringend besproken moeten worden. Die afspraak bezorgt de regeringspartijen wat manoeuvreerruimte en moet beletten dat het granieten veto van PS-voorzitter Elio Di Rupo de paars-groene meerderheid in verlegenheid brengt.
Een voorstel van Tony Van Parys (CD&V) en Geert Bourgeois (NVA) om ’s maandags in extra zittingen bijeen te komen of eventueel een weekend uit te trekken voor de bespreking van een regeling voor spijtoptanten – die in ruil voor strafvermindering of andere voordelen bereid zijn het gerecht informatie te verschaffen – werd door de immer minzame Fred Erdman (SP.A) rustig, maar beslist van tafel geborsteld.
“We moeten het algemene plaatje bekijken en alle urgenties in ogenschouw nemen”, zei Erdman. Voor hem zei Hugo Coveliers, fractieleider van de VLD, dat hij er geen bezwaar tegen heeft dat het pentiti-voorstel ‘eerstdaags’ op tafel komt, maar dat ook de bijzondere politietechnieken en de foutloze echtscheiding dringend aangepakt moeten worden.
Uit het niets dook ook Géraldine Pelzer van Ecolo op die kwam vertellen dat men tijdens de ochtendzitting misschien toch iets te vlug van stapel was gelopen. Haar Agalev-collega Fauzaya Talhaoui zei toen onder meer dat de groenen zich helemaal niet verzetten tegen een regeling voor de spijtoptanten, als die het resultaat is van een grondige discussie. De ochtendzitting leverde een allen-tegen-de-PS-beeld op.
Achtereenvolgens ex-minister van Justitie Tony Van Parys, Geert Bourgeois, Bart Laeremans (Vlaams Blok), Jacqueline Herzet (PRL), Hugo Coveliers en Fauzaya Talhaoui uitten – al dan niet scherpe – kritiek op de houding van Di Rupo. Minister Verwilghen kon een thuiswedstrijd spelen. In zijn uitvoerig antwoord onderstreepte hij dat in het regeerakkoord staat dat de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissies moeten worden uitgevoerd, dat zijn voorstel bijzonder evenwichtig is, dat het voor advies is bezorgd aan de Raad van Europa, maar dat een pentiti-regeling ook niet beschouwd moet worden als een deus ex machina die een oplossing biedt voor alle vastgelopen dossiers. “Het biedt de speurders een middel in een hiärarchie van wapens”, zei de bewindsman.
Verwilghen sprak ook tegen dat er een kandidaat-spijtoptant is in het onderzoek naar de Bende van Nijvel. De Bergense advocaat-generaal Claude Michaux, die het Bende-onderzoek leidt, zegt me dat er geen verklikker klaar staat, zei de minister. Michaux is wel gewonnen voor een spijtoptantenregeling omdat hij hoopt dat die alsnog voor een doorbraak in het Bende-dossier kan zorgen.
Minister Verwilghen zei dat Di Rupo elk gesprek over zijn voorstel uit de weg gaat. “Een hallucinante situatie”, volgens Van Parys. Als ‘democraat in hart en nieren’ verzekerde Verwilghen de commissieleden zijn ‘steun te verlenen’ aan een initiatief van het parlement. “Ik heb er geen bezwaar tegen dat u uw ontwerptekst indient als amendement op ons voorstel zodat we meteen over alle teksten beschikken”, zei Tony Van Parys. “Collega’s”, zei de CD&V’er nog, “dit is de kans om het parlementair initiatief te laten heersen en Di Rupo te isoleren”.
“La réponse est donc non”, klonk de afgemeten tussenkomst van PS-kamerlid Thierry Giet. Hij zei ‘geschandaliseerd’ te zijn door de verspreiding van ‘valse informatie’ over een niet-bestaande kandidaat-spijtoptant in het Bende-dossier. “De families van de slachtoffers worden misbruikt in een evidente poging tot manipulatie”, aldus Giet.
Bron » De Standaard