Bende-speurders volgen sporennaar extreem rechts en terrorisme

De cel-Jumet, die belast is met het onderzoek naar de Bende van Nijvel, bijt zich vast in de sporen naar extreem rechts en terrorisme om de moordende aanslagen van de jaren 1980 te verklaren. Dat zeggen bronnen die dicht bij het onderzoek staan. Vandaag beslist de kamer van inbeschuldigingstelling van Bergen of Philippe de Staerke, de enige persoon die voor de Bende-overval op een Delhaize-warenhuis in Aalst in 1985 in verdenking werd gebracht, buiten vervolging wordt gesteld.

De advocaten van de burgerlijke partijen zien de beslissing van de Bergense KI als het einde van het onderzoek. Zij menen dat het gerecht nooit de bedoeling had de misdadigers, die tussen 1983 en 1985 bij een reeks overvallen ten minste 28 slachtoffers maakten, te ontmaskeren. Volgens de advocaten is cel-Jumet er enkel om de publieke opinie in de waan te laten dat het onderzoek grondig is gevoerd.

Twee parlementaire onderzoekscommissies toonden in de jaren 1990 immers aan dat de gebrekkige werking van politiediensten en gerecht het onderzoek in de jaren 1980 enorme schade toebracht. In 1998 kreeg het onderzoek een nieuw elan met de oprichting van de cel-Jumet, die tot 80 speurders heeft geteld. Die speurdersploeg voerde 3.800 onderzoeksopdrachten uit, organiseerde 1.428 briefings, stuurde elf onderzoeksploegen naar het buitenland, liet 46 ballistische expertises overdoen en 1.698 DNA-analyses uitvoeren. Geen van die onderzoeksopdrachten leidde tot de definitieve doorbraak van het onderzoek. De cel-Jumet telde in de voorbije maanden nog zeven speurders, vijf administratieve krachten, drie personen die de scanner bedienen en drie magistraten.

De onderzoeksrechters Jean-Claude Lacroix en Jean-Paul Raynal bijten zich nu vast in sporen naar terrorisme en extreem rechts. Voor dit speurwerk trok de cel-Jumet in de voorbije jaren onder meer naar Scandinavië, Italië en Duitsland. In Duitsland doorzochten ze de archieven van de voormalige Oost-Duitse inlichtingendienst Stasi om na te gaan wat die over de aanslagen in België wist. De speurders blijven voortwerken op de resultaten die de buitenlandse onderzoeksopdrachten opleverden.

De cel-Jumet boort na de leugendetector, de verhoren onder hypnose en de DNA-analyses ook een nieuwe onderzoeksmethode aan. Een ploeg Franse criminologen en psychologen maakt aan de hand van het Bende-dossier een profiel van de daders. De onderzoekers proberen het motief van de moorden vast te leggen. Op basis van deze techniek weet de cel-Jumet dat bij de moordpartijen in de Delhaizes van Eigenbrakel, Overijse en Aalst in 1985 telkens dezelfde man het commando voerde en steeds een andere man het geld uit de kassas wegnam.

Bron » De Tijd