Geen vervolgden meer in Bende-dossier

Met de buitenvervolgingstelling van Philippe De Staerke in het onderzoek naar de Bende van Nijvel, gaat de enige man die ooit in dat dossier in verdenking is gesteld vrijuit. Al is minstens een van de nabestaanden wel van plan het er niet bij te laten en zeggen de speurders dat het onderzoek niet stilligt. Begin jaren tachtig pleegde de Bende van Nijvel meer dan twintig roofovervallen in onder meer supermarkten. Daarbij vielen 28 doden.

De kamer van inbeschuldigingstelling van Bergen besliste vrijdag dat Philippe De Staerke niet langer wordt verdacht van medeplichtigheid bij de overval op de Delhaize van Aalst in 1985. Hij is de enige die in het dossier ooit in verdenking is gesteld. Hij legde eerst ook bekentenissen af over onder meer een verkenningsronde, maar trok die later in.

De speurders ontkennen dat het onderzoek stilligt en ze wijzen erop dat De Staerke niet is vrijgesproken maar buiten verdenking gesteld. “Wij geven nu al meer dan een jaar de voorkeur aan het spoor van politiek terrorisme”, zegt een belangrijk onderzoeker. “Het zoekwerk draait rond drie assen: huurlingen, al dan niet ingeschakeld door nog bestaande of intussen opgedoekte inlichtingendiensten, Nederlandstalig en Franstalig uiterst-rechts.”

Nu is het de cel-Jumet die het onderzoek voert, maar de nabestaanden van de slachtoffers zouden het onderzoek graag opnieuw naar Dendermonde en Freddy Troch zien verhuizen. De advocaten Peter Callebaut en Dirk De Meerleer stappen volgende week naar het Hof van Cassatie om alvast de buitenvervolging van De Staerke aan te vechten en de overheveling van het dossier naar Charleroi ongedaan te maken.

Hoe snel het allemaal moet gaan met het onderzoek, hangt ook af van de weg die een wetsontwerp van Marc Verwilghen volgt. Het ontwerp brengt de verjaringstermijn voor misdrijven als die van de Bende van tien op vijftien jaar. Nu ligt de deadline voor het onderzoek op november 2005. Als daar twee keer vijf jaar aan wordt toegevoegd, krijgen de speurders respijt tot 2015. Vanaf eind mei wordt het wetsontwerp normaal besproken in de Kamer.

Bron » De Standaard