Minister van Justitie Marc Verwilghen (VLD) tilt niet zwaar aan de uitlatingen van Koen Dassen, administrateur-generaal van de staatsveiligheid, die enkele dagen geleden vraagtekens plaatste bij de werking van het Comité I, het orgaan dat in opdracht van het parlement toezicht houdt op de inlichtingendiensten. Volgens Dassen wordt zijn dienst verlamd door de talrijke controleonderzoeken door het Comité I.
Verwilghen werd gisteren aan de tand gevoeld in de commissie Justitie van de Kamer door Geert Bourgeois (N-VA) en Tony Van Parys (CD&V). Beide kamerleden vinden de uitlatingen van Dassen zeer verontrustend, omdat hij de parlementaire controle op de staatsveiligheid ter discussie stelt.
“Die externe controle moet ongehinderd blijven bestaan”, fulmineerde Van Parys. “Het is ongepast dat Dassen zich boven de wet stelt.” Volgens de CD&V’er vergist Dassen zich trouwens van vijand en zou hij het Comité I eerder moeten zien als een bondgenoot in de strijd tegen de regering, die de staatsveiligheid “schromelijk verwaarloost” en op termijn zelfs wil ontmantelen. Bourgeois meent dat Dassen een externe vijand zoekt en “waarschijnlijk een verborgen agenda heeft”.
Minister Verwilghen noemde de uitspraken van Dassen “ongelukkig” en kan het niet goedkeuren dat de chef van de staatsveiligheid zijn kritiek via de media heeft geventileerd, zonder eerst de normale overlegprocedure te volgen. De kritiek van Dassen was volgens Verwilghen echter niet gericht tegen de parlementaire controle op zich, maar tegen bepaalde excessen van het Comité I.
“De administrateur-generaal mag zich uiten in de pers. Hij heeft geenszins de geloofwaardigheid en de slagkracht van zijn dienst aangetast.” Tegelijk lijkt Verwilghen het voorstel van Dassen om een protocol af te sluiten tussen de staatsveiligheid en het Comité I wel genegen. Dat betekent volgens Van Parys dat de vleugels van het Comité I zullen worden geknipt.
De justitieminister betwist dat er een malaise bestaat bij de staatsveiligheid. “De dienst levert een goed product”, stelde hij. “Toch schort er iets. Er is een spanning tussen de top en de basis”, zo moest hij toegeven. Verwilghen ziet geen verband tussen de uitval van Dassen en de op til zijnde derde fase van de audit die het Comité I in opdracht van het parlement uitvoert bij de staatsveiligheid.
Verwilghen verklaarde eerst dat die derde fase enkel een doorlichting zal maken van de door de inlichtingendienst gebruikte informatica, maar moest zich later corrigeren en toegeven dat het wel degelijk gaat om een doorlichting van de informatiestromen, met andere woorden: de kern van het inlichtingenwerk. Begrijpelijk dat er bij de staatsveiligheid enige weerstand bestaat tegen die derde fase.
Bovendien zou die delicate taak worden uitgevoerd door een oude bekende van Dassen. Het gaat om Frank Franceus, voormalig secretaris van de Regularisatiecommissie, die inmiddels in opdracht van het Comité I werkt. Na een conflict met minister van Binnenlandse Zaken Antoine Duquesne en diens toenmalige kabinetschef Dassen nam Franceus ontslag en ging werken voor ABC, het kantoor dat de eerste fasen van de audit heeft uitgevoerd. Zoals bekend heeft die audit vorig jaar geleid tot het ontslag van Godelieve Timmermans, de vorige administrateur-generaal van de staatsveiligheid.
Bron » De Morgen