In de Senaatscommissie voor de Justitie wordt vandaag het wetsvoorstel op de bijzondere inlichtingenmethoden – de zogenaamde BIM-wet – besproken. Volgens Raf Jespers geeft het de geheime diensten vrije baan zich verregaand te mengen in het privéleven van de burgers. ‘De BIM-wet dreigt het zoveelste gevaarlijke product te worden van het post 9/11-tijdperk op een ogenblik dat er weer meer respect wordt gevraagd voor de rechtsstaat en grondrechten.’
Deze week behandelt de Senaat het wetsvoorstel dat aan de inlichtingendiensten (Staatsveiligheid, Inlichtingendienst van het leger) bijzondere inlichtingenmethoden (BIM) wil toekennen. De kans is reëel dat dit controversiële voorstel – dat al drie jaar suddert – nog voor het parlementair reces wordt doorgedrukt. Het gaat om een historisch wetsvoorstel.
Voor het eerst in de Belgische geschiedenis zullen de inlichtingen- en veiligheidsdiensten bij wet gemachtigd worden om alomvattende spionagemethoden te gebruiken. Die diensten mogen nu al gebruik maken van ‘gewone methoden’, dit is het verzamelen van gegevens bij openbare diensten, gerecht, privébedrijven of bij ‘menselijke bronnen’.
Het wetsvoorstel wil hen hier bovenop nog specifieke en uitzonderlijke methoden geven: computers hacken, telefoons aftappen, brieven openmaken, afluisterapparatuur of camera’s installeren in privéwoningen, ongemerkt binnendringen in woningen en lokalen, personen en lokalen observeren, bankverrichtingen inkijken, internetgebruikers en elektronische communicaties identificeren, nepfirma’s oprichten, …
De Liga’s voor Mensenrechten en de Orde van Vlaamse Balies (OVB) leverden ernstige kritiek op eerdere BIM-voorstellen. Het huidige voorstel negeert grotendeels deze kritiek. Er stellen zich diverse problemen.
1
Het BIM-voorstel laat de geheime diensten toe zich verregaand te mengen in het privéleven van de burgers. Fundamentele rechten zoals de onschendbaarheid van de woning en het briefgeheim staan op de helling. En dit op een permanente wijze.
Dit gaat in tegen de internationale rechtsregel dat een beperking van fundamentele rechten en vrijheden slechts uitzonderlijk en tijdelijk en enkel in noodsituaties mag gebeuren. De BIM-wet dreigt het zoveelste gevaarlijke product te worden van het post 9/11-tijdperk op een moment dat de tijdgeest toch ietwat lijkt te kantelen in de richting van meer respect voor de rechtsstaat en de grondrechten.
2
De wet maakt de Staatsveiligheid ook bevoegd om ‘extremisme’ en ‘radicalisme’ in het oog te houden. Deze beide begrippen zijn zo breed en rekbaar dat het gevaar bestaat dat bonafide ngo’s, strijdbare vakbondsafdelingen of organisaties als Greenpeace in het oog van de Staatsveiligheid komen en dus ook geconfronteerd worden met telefoontap, hacken van hun computers enzovoort. Dat dit geen paranoia is bleek uit de Antwerpse lijst van ‘extremistische en terroristische organisaties’ die in 2005 onthuld werd. Op die lijst meer dan 100 organisaties, van Gaia tot Geneeskunde voor het Volk.
3
Het verwondert niet dat vooral advocatenorganisaties bezorgd zijn om het binnenbrengen in het strafproces van inlichtingen afkomstig van geheime diensten. Dit was al het geval – met inlichtingen van buitenlandse geheime diensten – in de ‘terrorismeprocessen’ tegen de GICM en de DHKP-C. De bijzondere inlichtingenmethoden die nu worden voorgesteld maken het zeer reëel dat de geheime agenten tijdens hun speurwerk niet alleen botsen op inlichtingen over staatsveiligheid, maar ook op aanwijzingen van criminele feiten.
En dan komen de inlichtingendiensten op het terrein van het strafonderzoek dat normaal voorbehouden is aan politie, parket en onderzoeksrechters. De advocaten vrezen dat het inlichtingenwerk van de geheime diensten als een ‘voorbereidende schakel’ van het strafonderzoek zal gezien worden en op die manier strafonderzoek en inlichtingenwerk met mekaar verweven geraken. Zo komt het recht op eerlijk proces in het gedrang.
4
Eén van de meest betwiste onderdelen van het wetsvoorstel is de controle op de gebruikte methoden. Wat de gewone methoden betreft kan ik kort zijn: er is geen controle; de inlichtingendiensten doen ongeveer wat zij willen. De specifieke en uitzonderlijke methoden zouden volgens het wetsvoorstel gecontroleerd worden door een nieuw orgaan, de bestuurlijke commissie. Dit orgaan bestaat uit drie onafhankelijke magistraten. De controle die zij uitoefenen is beperkt en complex.
Het Comité I (comité in de schoot van de Senaat dat de inlichtingendiensten controleert) kan in de regel enkel a posteriori controle uitoefenen, dus als de methoden al aangewend zijn.“In een democratische samenleving, het etiket rechtsstaat waardig, opereren inlichtingen- en veiligheidsdiensten onder het rechtstreeks gezag van het Federale parlement en onderwerpen deze diensten zich aan de werking van de rechterlijke orde”, zegt de Orde van Vlaamse Balies in navolging van de Raad van Europa.
De controle die in het wetsvoorstel is uitgewerkt, beantwoordt hieraan in geen enkele mate. Controle op veiligheidsdiensten is cruciaal in een democratische samenleving om te vermijden dat deze een staat in de staat worden, en zelf het beleid gaan bepalen of manipuleren.
Er zijn nog een resem andere kritieken. Agenten van de veiligheid krijgen het recht om – onder bepaalde omstandigheden – misdrijven te plegen. Ze mogen ook nepfirma’s of fake vzw’s oprichten. Wie zal straks nog zicht hebben op dit wespennest?
En last but not least. De nieuwe methoden mogen ook gebruikt worden tegenover advocaten, journalisten en medici ‘wanneer er serieuze aanwijzingen zijn dat die deelnemen aan het ontstaan of de ontwikkeling van een mogelijke bedreiging voor de staatsveiligheid’. Een dermate ruim criterium verbant het beroepsgeheim per direct naar het museum.
Waar zit het bronnengeheim van een journalist die morgen een artikel schrijft over een ‘radicale’ beweging? Is dat deelname aan een mogelijke bedreiging? Of van de advocaat die in een ‘terrorismeproces’ optreedt? Laat ons echt niet naïef zijn. Eens de inlichtingendiensten over deze draconische methoden beschikken is het hek van de dam. Dit wetsvoorstel dat de fundamenten van de rechtsstaat raakt, verdient een zeer breed maatschappelijk debat.
Bron » De Morgen | Raf Jespers