Opinie: De versleten pijl en boog van de Belgische inlichtingendienst

In de Senaatscommissie voor de Justitie is afgelopen week het wetsvoorstel op de Bijzondere Inlichtingenmethoden – de zogenaamde BIM-wet – gestemd. Advocaat Raf Jespers gewaagde van ‘het zoveelste gevaarlijke product van het post 9/11-tijdperk’ (DM 8/7). Herman Matthijs benadrukt daarentegen de nood aan deze wet.

Er is een aanvullende wettelijke regeling gekomen over de zogenaamde ‘Bijzondere Inlichtingen Methoden’ (BIM) voor de Belgische geheime diensten. Eindelijk. In ieder geval heeft de Senaat hierover enige dagen geleden een ontwerp van wet goedgekeurd. De tekst dient nog goedgekeurd te worden door de Kamer en als men daar evenveel tijd neemt, dan zal het niet meer voor deze regeerperiode zijn.

Maar laat ons optimistisch blijven en de politici blijven aanmanen tot weloverwogen spoed, want de nood aan dergelijke wet is groot. De afwezigheid van bijzondere inlichtingenmethoden betekent dat de staatsveiligheid en de militaire ‘Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid ‘ (ADIV) – in vergelijking met andere politiediensten en buitenlandse geheime diensten – als het ware met pijl en boog op pad zijn in onze hoogtechnologische samenleving.

Dat geldt zeker voor de veiligheid van de staat, want de wet van 3 april 2003 heeft het voor het ADIV tenminste mogelijk gemaakt elke vorm van communicatie, uitgezonden in het buitenland, te onderscheppen, af te luisteren, er kennis van te nemen of op te nemen, zowel om redenen van militaire aard als ter bescherming van de Belgische en de geallieerde militairen alsook onderdanen in het buitenland.

In de basiswet van 30 november 1998 houdende de regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst zijn er al ‘gewone’ methoden voorzien voor het verzamelen van gegevens. Ingevolge de terreuraanslagen in de VS, het Verenigd Koninkrijk en Spanje alsook de binnenlandse dossiers woedt hier al jaren een politieke discussie over deze BIM-wet.

Opvallend was dat de federale regering lang verdeeld is geweest over diverse aspecten van dit wetsontwerp. Maar ook de senatoren waren niet laaiend enthousiast. We moeten toegeven dat het thema van ‘Intelligence’ electoraal niet bepaald lonend is. De dames en heren senatoren waren dan ook met weinigen om aan de kar te trekken van deze toch niet onbelangrijke wetttekst.

Het aantal senatoren dat in het domein van de geheime dienst beslagen op het ijs komt is bijzonder gering.Daarom misschien toch een korte situatieschets. Het werk van de reguliere politie en het gerecht is grotendeels gericht op het zoeken naar bewijzen die betrekking hebben op een strafbaar feit.

Inlichtingendiensten hebben daarentegen de taak om inzicht te verwerven in de structuren en de netwerken die een gevaar voor de maatschappij kunnen betekenen. De prioritaire taak van deze geheime diensten is om in een vroeg stadium de gevaren op te sporen die een democratische maatschappij kunnen bedreigen. Daar heb je middelen voor nodig, zij het met inachtneming van de Belgische grondwet en de mensenrechten.

Evenwicht vinden

De BIM-wet moest een evenwicht vinden tussen de bescherming van de rechten der burgers en de bijzondere methoden voor de inlichtingsdiensten. Dat is een heikele evenwichtsoefening. In feite draait het in deze wet rond de zogenaamde ‘uitzonderlijke methoden’, zoals het binnendringen in informaticasystemen, het openen van poststukken, telefoontap, doorzoeking van private plaatsen en woningen, het gebruiken van agenten van de dienst onder dekmantel van een fictieve identiteit enzomeer.

Het weze duidelijk dat dergelijke technieken enkel kunnen gebeuren onder strikte voorwaarden en dienen onderworpen te zijn aan een degelijke controle. Grote vraag is nu of deze BIM-regeling niet te veel controle-instanties voorziet, men spreekt van een op te richten ‘commissie’ en ‘college’ die op den duur naast en tegen elkaar gaan werken.

Een concentratie van alle controle bij het vast Comité I lijkt mij een betere waarborg voor een homogene controle. Bovendien is dit Comité I gerelateerd aan de begeleidingscommissie van de Senaat, waardoor de politiek een globaal beeld krijgt op het gebruik van de bewuste methoden. Het Comité I heeft als dotatiegerechtigde instelling ook een onafhankelijke positie in ‘Intelligence community’, zeg maar de parallelwereld van de geheime diensten.

Gebrek aan transparantie

Dit wetsvoorstel over de Bijzondere Inlichtenmethoden is om een nog andere reden belangrijk: men zal zich niet langer kunnen verschuilen achter het geheim van het gerechtelijk onderzoek. Bij gebrek aan wettelijke kader, en dus transparantie, blijven er blijven te veel dossiers verborgen voor het Comité I – herinner u het terreuralarm tijdens de kerst van 2007, de zaak-Belliraj of de affaire rond Fehriye Erdal. Dat maakt politieke controle onmogelijk.

Nogmaals: in een parlementaire democratie kunnen uitzonderlijke methoden enkel plaatsvinden als er een meer dan degelijke controle daarop plaatsvindt. De langdurige behandeling van deze BIM-regels bewijst nog eens dat dit koninkrijk geen pionier is in het omkaderen van inlichtingsdiensten met moderne middelen. Dat is bizar te noemen in een land met zeehavens van wereldniveau en een hoofdstad als Brussel, een van de belangrijkste diplomatieke zenuwcentra ter wereld, en een plek waar inlichtingsdiensten thuis zijn.

Bron » De Morgen