Er komt in ons land een zogenaamde most wanted-lijst met gezochte misdadigers. Het publiek wordt gevraagd tips te leveren. Zowel de federale politie als Justitie is vragende partij voor zo’n lijst, zegt Jacques De Lentdecker, advocaat-generaal bij het hof van beroep in Brussel. “We spelen al een tijdje met het idee, meer bepaald sinds we in programma’s op VTM en RTL de medewerking van het publiek vragen bij het oplossen van misdrijven.”
Bij de federale politie is een website in de maak waarop mensen zullen worden getoond die het gerecht zoekt. “We gaan ze er uiteraard niet allemaal op plaatsen”, zegt De Lentdecker. “Niet de kruimeldief, maar wel de voortvluchtige gedetineerde of de man of vrouw die bij verstek is veroordeeld, en nu eindelijk eens zijn of haar straf zou mogen uitzitten.”
Volgens De Lentdecker zijn er weinig juridische of andere bezwaren tegen zo’n lijst. In het buitenland heeft die haar deugdelijkheid al voldoende bewezen, met als grote voorbeeld de lijst van de FBI. “Ook met de privacy zijn er geen problemen. De gezochte misdadigers zijn bekend en hebben vaak al met hun foto in de krant gestaan.” De most wanted-lijst zal slechts een beperkt aantal foto’s en persoonsbeschrijvingen bevatten.
“Het moet beheersbaar blijven”, zegt De Lentdecker. “Het heeft geen zin om honderd signalementen op het internet te zetten als je vervolgens geen mensen hebt om de tips na te gaan die daarover binnenkomen.” Volgens De Lentdecker is het de bedoeling dat de informatie zal worden verwerkt door dezelfde dienst bij de federale politie die ook de opsporingsberichten behandelt die ’s avonds na het late journaal worden uitgezonden.
Sommigen binnen de federale politie denken dat de site er al in het najaar kan zijn, maar wellicht wordt het toch later. De site zou ook een negatief effect kunnen hebben. “Door bepaalde mensen op de lijst te zetten, zeggen we expliciet dat we hen zoeken”, zegt Martin Steenbrugge, commissaris bij het FAST-team, dat voortvluchtige misdadigers opspoort. “Maar we hopen dat de tips die over een gezochte binnenkomen, zwaarder wegen dan de waarschuwing aan hun adres.”
Bron » De Standaard