In een ultieme poging probeerde Marcel Habran met zijn laatste woorden de assisenjury ervan te overtuigen dat hij onschuldig is. Hij wees ook op zijn hoge leeftijd. “Over twee jaar en acht maanden word ik 80, en ik stel mij vragen. Zal ik nog leven? Of zal ik al verast zijn? Zal ik stervende zijn?”
“En vooral: wat zal er worden van mijn vrouw? Mijn zorg is nu de tijd die mij nog rest en de angst van twee levens beëindigd te zien. Vierendertig jaar van samen leven die geplunderd wordt door Cerri en Singleton”, richtte Habran zich tot de juryleden, verwijzend naar de twee getuigenissen die zijn verdediging in twijfel trekt.
Marcel Habran maakte de jury er eveneens op attent dat hij in de aanloop naar dit proces had kunnen vluchten, maar er uiteindelijk voor koos zich “aan u, mijn rechters, over te leveren”. Hij kijkt uit naar hun oordeel, zei hij ook: “Ik verheug me erop van u te horen dat ik onschuldig ben. Ik hoop dat u mijn noodkreet hebt gehoord.” ’s Namiddag heeft assisenvoorzitter Luc Maes de lijst met 72 schuldvragen voor aan de juryleden, die vervolgens in beraadslaging zijn gaan.
De juryleden bevinden zich in een hotel in de rand rond Nijvel, de stad waar het assisenhof van Brussel naartoe trok voor het proces Habran bis. Tijdens het beraad, dat dagenlang kan duren, zullen ze van de wereld afgesloten zijn. Op het zogenaamde proces-Habran bis staan naast Marcel Habran ook nog Thierry Dalem, Giuseppe Rosato en Anouar Bennane terecht voor de overval op een geldtransport van Brink’s op 12 januari 1998 in Borgworm.
Bron » De Morgen